nl Ontdooien
Ontdooien
12 Ontdooien
Ontdooien
12.1 Ontdooien in het koel-
vak.
Tijdens het gebruik vormen zich op
de achterwand van het koelvak af-
hankelijk van de werking waterdrup-
pels of rijp. De achterwand van het
koelvak ontdooit automatisch.
Het dooiwater loopt via de dooiwater-
goot in het afvoergat naar de ver-
dampingsschaal en hoeft niet worden
afgeveegd.
Neem de volgende informatie in acht
om ervoor te zorgen dat dooiwater
kan weglopen en geurvorming wordt
vermeden: De dooiwatergoot en het
afvoergat reinigen → Pagina 81.
12.2 Ontdooien in het vries-
vak
Het diepvriesvak ontdooit niet auto-
matisch. Een laag rijp in het vriesvak
vermindert de afgifte van koude aan
de diepvrieswaren en verhoogt het
energieverbruik.
Vriesvak ontdooien
Het vriesvak regelmatig ontdooien.
Ca. 4 uur voor het ontdooien Su-
1.
pervriezen inschakelen.
→ "Handmatig Supervriezen in-
schakelen", Pagina 76
De levensmiddelen bereiken hier-
door heel lage temperaturen en u
kunt de levensmiddelen langer op
kamertemperatuur bewaren.
De diepvrieslade met de diepvries-
2.
waren verwijderen en op een koele
plaats bewaren. Koude-accu's, in-
dien voorhanden, op de dievries-
waren leggen.
Het apparaat uitschakelen.
3.
→ Pagina 75
80
Haal de stekker van het apparaat
4.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
5.
WAARSCHUWING - Kans op
brandwonden! Heet water, spat-
water en stoom kunnen tot ver-
branding leiden.
Doe uitsluitend heet en geen ko-
▶
kend water in de pan voor het ont-
dooiproces.
Zet om het ontdooien te versnellen
een pan met heet, niet kokend wa-
ter op een panonderzetter in het
vriesvak.
Het dooiwater met een zachte
6.
doek of een spons opvegen.
Het vriesvak met een zachte, dro-
7.
ge doek droogwrijven.
Het apparaat elektrisch aansluiten.
8.
→ Pagina 72
Het apparaat inschakelen.
9.
→ Pagina 74
De diepvrieslade met de diepvries-
10.
waren opnieuw plaatsen.
Reiniging en onderhoud
13 Reiniging en onder-
houd
Reinig en onderhoud uw apparaat
Reiniging en onderhoud
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
De reiniging van ontoegankelijke
plaatsen moet door de servicedienst
worden uitgevoerd. Aan de reiniging
door de servicedienst kunnen kosten
verbonden zijn.
13.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 75