MENU 1.9.1 - CURVE
stooklijn
Instelbereik: 0 – 15
Standaardwaarde: 7
koelcurve (koeling moet geactiveerd zijn)
Instelbereik: 0 – 9
Standaardwaarde: 0
U kunt de ingestelde verwarmingscurve voor uw woning in
het menu stooklijn bekijken. De verwarmingscurve is be-
doeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een geli-
jkmatige binnentemperatuur te zorgen en dus voor een
energie-zuinige werking. Via deze verwarmingscurve bep-
aalt de regelcomputer van de regelmodule de temperatuur
van het water naar het verwarmingssysteem, de aanvoer-
temperatuur en dus de binnentemperatuur.. Selecteer de
verwarmingscurve en lees af hoe de aanvoertemperatuur
bij ver-schillende buitentemperaturen verandert. Als ook
koelen beschikbaar is, kan de koelcurve op dezelfde manier
worden ingesteld.
AANDACHT
Met vloerverwarmingssystemen moet de max.
aanvoertemp. normaliter worden ingesteld tus-
sen 35 en 45 °C.
"min. aanvoer temp." moet worden beperkt bij vlo-
erkoeling om condensatie te voorkomen.
Controleer de max en min temperatuur voor uw
vloer bij uw installateur/vloerleverancier.
SHK 20-200
TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling in-
-voert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft te
stabiliseren.
Indien het buiten koud is en de kamertemperatu-
ur te laag is, verhoogt u de stooklijn in menu 1.9.1.1
met één stap.
Indien het buiten koud is en de kamertemperatu-
ur te hoog is, verlaagt u de stooklijn in menu 1.9.1.1
met één stap.
Indien het buiten warm is en de kamertemperatuur
te laag is, verhoogt u de waarde in menu 1.1.1 met
één stap.
Indien het buiten warm is en de kamertemperatuur
te hoog is, verlaagt u de waarde in menu 1.1.1 met
één stap.
MENU 1.9.2 - EXTERNE INSTELLING
Stel de temperatuur (met geïnstalleerde en geac-
tiveerde ruimtevoelers):
Instelbereik: 5 – 30 °C
Standaardwaarde: 20
Instellen van de temperatuur (zonder geactiveerde
ruimtevoelers):
Instelbereik: -10 tot +10.
Standaardwaarde: 0
Door een extern contact aan te sluiten, bijvoorbeeld een
kamerthermostaat of een timer, kan de kamertemperatuur
tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd. Als het
contact is aangesloten, wordt de verschuiving van de ver-
warmingscurve gewijzigd met het aantal stappen dat in
het menu is geselecteerd. Als er een ruimtesensor is geïn-
stalleerd en geactiveerd, is de gewenste kamertemper-
atuur (°C) ingesteld.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling
afzonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
57
Hoofdstuk 9 | Controle