Inhoudsopgave
Advertenties
7.3.3 Contactcontrole
De PIERENSYMPHONY I is voorzien van
een elektronische contactcontrole en een
e
interne impedantiecontrole die bij niet
goedgeplaatste elektroden of plotselin-
ge stimulatie-onderbreking vanwege een
defect kabelcontact de verdere stimulatie
onmiddellijk
moet weer bij stimulatiesterkte "0" op-
nieuw worden gestart.
Als bij de stimulatiestart de stroomkring bij
onjuiste kabel- en elektrodencontacten blijft
bestaan, dan gaat de stimulatiesterkte
automatisch bij 10 mA omlaag naar "0".
Daarmee moet wordt voorkomen dat de
patiënt te hoge stroomsterktes instelt
voorafgaand aan de eigenlijke stimulatie
voordat hij de elektroden op de juiste wijze
verbonden en op de huid heeft geplaatst.
Dit dient ter bescherming van de patiënt
tegen mogelijke intensiteitsschokken door
onopzettelijk ingestelde stroomsterktes (mA).
De ingeschakelde contactcontrole is zicht-
baar via het kleine symbool
intensiteitsbalk op het scherm. Controleer
in dit geval de juiste verbinding van de
elektroden op de huid, alsmede de correct
in het apparaat gestoken en met de elek-
troden verbonden kabel.
onderbreekt.
Aansluitend
boven de
7.3.4 Starten van de stimulatie
Druk voor het starten van de stimulatie op
toets 3
"Start" rechtsonder op het scherm.
Het volgende beeldscherm wordt dan
weergegeven:
7.4 Verklaring van de impulsvorm-
symbolen op het scherm
Lage frequentie
(Bifasisch)
Lage frequentie
(Monofasisch)
Middenfrequentie
(Bifasisch)
LF voor spierstimulatie
(Drempelmodulatie)
MF
(Middenfrequentie)
25
NEDERLANDS
Advertenties
Inhoudsopgave
