1.
2.
doch
btaas
deze
dpor
met
perslucht. Controleer tegelijkertijd de werking
van de
start-carburateur.
De
stationaire afstelling dient als volgt te geschieden:
Laat
de motor op temperatuur
komen.
Draai
de
gasklepaanslagschroet
(2 in
afb. 48) zover in,
dat de
motor
snel
staionair
draait.
3.
Los
nu
de
mengselregelschroef
(1)
totdat
de
motor
begint
te
galopperen
en
stel
hem
daarna
zover
terug dat de
motor
weer normaal
loopt.
4.
Draai hierna
de
gasklepaaóslagschroef linksom
totdat
het
ioerental
normaal
statiorfair
is.
5.
Mocht
de
motor
nu
weer galopperen,
dan
moet
de
mengselregelschroef
nog
iets ingedraaid
worden
Opmerking:
Het afstellen
van de carburateur heeft alleen
zin
wanneer de ontsteking en
spe-
ciaal de bougie-electrodenafstand juist zijn
ingesteld.
Brandstofleidingen
Lekken
in
de
brandstofleidingen kunnen
optreden aan de
perszijde
of
aan
de
zuigziide van
de brandstof-invoerpomp.
Lekken
aan
de zuigzijde.
Dat
wil zeggen tussen brandstoftank
en
brandstoftoevoerpomp, waardoor
lucht
in
de
leiding binnendringt. Men moet
in dit
geval
alle
wartels tussen brandstof-
tank en brandstofpomp goed vastzetten. Er kan
ook op
andere wijze lucht in
de
leidingen komen,
n.l.
wanneer
te weinig brandstof in de tank
is.
Controleer dit dus
in
de eerste
plaats.
KOELSYSTEEM
Aftapkranen
Er
bevinden
zich drie
aftapkranen
in
het koelsysteem n.l.
één rechts opzij
van
het motorblok, eén rechts onder
de
radiateur
(zte
afb.
29)
en éen onder de
olie-
koeler
(zie
afb.
49).
î
46.
Afb.
49.
Oliekoeler