Draai
bij
stationair toerental de wartelmoer van
de
inspuitleiding aan de
verstui-
ver los,
totdat gasolie kan
ontsnappen.
'
Wanneer
dit
nu
de wartelmoer van een slecht werkende verstuiver is, dan
geeft
dit losdraaien geen merkbare
invloed
op de werking
van
de
motor.
Ontluchten
brandstof
systeem
Wanneer
ondanks
alle
voorzorgen
toch lucht
in
het
brandstofsysteem
komt,
moet men
dit
ontluchten.
Daartoe
is onder de opvoerpomp,
welke
zich aan
de
rechter zijkant van
de
mo-
tor, net achter
de
dynamo bevindt,
een
hefboom aangebracht.
Door
deze
naar
beneden
te drukken en
los
te
laten
wordt de opvoerpomp
bediend.
Het ontluchten
geschiedt door de ontluchtingsschroef
(5 in
afb.
25)
boven op
het
brandstoffijnfilter
los te
draaien
en
brandstof
op
te
pompen.
Zodra
vta
de
ont-
luchtingsschroef brandstof, welke
vrij
van lucht is, ontsnapt, dient
de
schroef
al
pompend te
worden
vastgezet.
ZET DE STOPHEFBOOM
lN
DE STAND,,RIJDEN".
Draai de ontluchtingsbout
(16
in afb. 26)
open en
bedien
wederom de
opvoerpomp.
Het
is mogelijk dat de plunjer van de roterende brandstofpomp juist in een dus-
danige stand staat, dat er géen brandstof via
de
ontluchtingsbout
(16
in
afb.26)
kan
ontsnappen.
Verdraai
in
dat geval de krukas van
de
motor
tot
er wel brand-
stof ontsnapt. Zodra
er
brandstof
,
welke
vrij
van lucht is,
ontsnapt,
dient de
ont-
luchtingsbout
al
pompend te
worden dichtgedraaid.
Luchtfilter
Het
luchtfilter
is van het
oliebadtype. Bij elke tweede smeerolieverversing
van de
motor,
dient de
oliepan van
dit luchtfilter te worden gereinigd en
met nieuwe mo-
torolie
tot
aan het
niveau
merkteken te worden gevuld. Het filterelement dient
in
gasolie
te
worden uitgewassen. Het reinigen van
dit
element mag absoluut
niet
met'iruater,
hete
loog of stoom
geschieden.
Afb. 27 Luchtfilter
25