Uitlaatremknop
,
De
wagen
kan zijn voorzien
van
een uitlaatrem. Hiervoor is nabij het koppelings-
pedaal
in de
vloer een knop aangebracht,
welke via een
luchtcilinder
de
stop-
hefboom
op de brandstofpomp en
een
vlinderklep
in
de uitlaatleiding
bedient.
Wordt deze
knop
met de
voet
ingedrukt,
dan wordt de
stophefboom
in de
óul-
stand getrokken
en de
vlinderklep
in
de
uitlaatleiding gesloten.
Er
heeft
dan
geen brandstofinspuiting
meer plaats
en
bovendien kunnen uitfaatgassen
niet
ontwijken. De motor
wordt
nu aangedreven
door de in
beweging zijnde
wagen.
Hierdoor ontstaat
een
compressoreffect, hetwelk
remmend
op de
motor werkt.
Ruitesproeiertank
Deze bevindt
zich rechts onder het
documentenkastje.
De tank
moet
worden
gevuld
met
water
(inh.
5
liter).
Om bevriezing van het sproeiwater
te
voorkomen
kan, naar gelang
de
buitentemperatuur, 10
à
25o/o
brandspiritus worden toege-
voegd,
zonder dat hierdoor de van fabriekswege aangebrachte cabinelak wordt
aangetast.
Ook
bij
temperaturen boven
0o C
verdient
het
aanbeveling
een
1Yo
brandspiritus toe te
voegen
ter
ontvetting
van de
voorruit.
Bestuurdersstoel
Deze
is op verschillende wijzen verstelbaar. Door het
opfichten van
handgreep
1
(afb.
8) kan
de
stoel naar voren
of
naar achteren worden geschoven. Door
met
de linkerhand knop
2
(alb.
B)
in
te
drukken kan de stand van de
rugleuning
wor-
den versteld. Door zich van de zitplaats te verheffen en
de
kartelmoer 3
(afb.
8)
linksom
of
rechtsom
te
draaien
wordt
de
vering
van
de
stoel
respectievelijk
stugger
of
soepeler. Door zich van
de
zitplaats
te
verheff
en en
de
kartelm
oer
4
(afb. 8) rechtsom
of
linksom
te
draaien
wordt
de
stoel
respectievelijk hoger
of
lager gesteld. Indien een vereenvoudigde uitvoering
van
bovengenoemde
stoel
gepfaatst is,
zijn
alleen
de stelmogelijkheden
1
en 2
aanwezig.
Ruitesproeierpomp
Deze bevindt
zich
in het
zijpaneel, recht achter de ruitesproeiertank.
I
\ì
{
Afb. 7 Ruitesproeiertank
Afb.
I
Bestuurdersstoel
13