WIELEN
Alvorens wielmoeren los
te
draaien
is het
raadzaam om eerst
de
draad van
de
uitstekende wielbouten
met
een harde borstel
te
reinigen en dan van een
drup-
pef olie
te
voorzien.
Eveneens
als
een wiel
wordt
gemonteerd een druppel
olie
op de draad van de wielbout laten vallen
om
te
voorkomen dat
de
moeren door
roest vast gaan zitten.
Men
lette
er
op, dat de verzonken
gaten,
waarin voor
het
binnenwiel
de conische kant van
de
bout en
voor
het
buitenwiel
de
conische
veerring valt,
vrij zijn
van
stof en verf en dat
ook
de vlakken
van
de wielschijf
en
de
naaf, die tegen elkaar vallen,
goed schoon
zijn. Dit geldt eveneens
voor
de
tegen elkaar liggende vlakken
van de dubbel
gemonteerde
achteruvielen. Door
aanwezigheid van vuil e.d. liggen
de
wielen niet
vlak
aan, waardoor
vervorming
van
remtrommels
kan optreden
met
als resultaat slechte remwerking en kans
op
shimmyen.
Let
op
het bovenstaande
in
het bijzonder wanneer men
reservewie-
fen monteert,
daar deze dikwijls door stof en modder zijn
verontreinigd. Van pas
geverfde
wielen
moet men
de verzonken gaten zorgvuldig
schoonmaken.
De moeren van
de
wielen,
welke
nieuw
of
verwisseld
zijn, moeten
na
lOO
km
nog eens
worden aangedraaid.
Doe
dit diagonaalsgewijze.
ELECTRISCH E
I
NSTALLATI
E
(Schem
a,
zie
achter
in
dit boek)
Afb.
41
Zekeringen
1.
Linker
koplamp (grootlicht)
verklikkerlam
pje
(blauw)
2.
Rechter koplamp (grootlicht)
3.
Linker
koplamp (dimlicht)
4.
Rechter koplamp (dimlicht)
.5.
Rechter koplamp (stadslicht)
achterlicht (rechts)
omtrekverlichting
6.
Linker
koplamp (stadslicht)
achterlicht
(links)
7.
Looplamp/sig. aansteker
8.
Klaxon, cabineverlichting
9.
Richtingknipperlichten,
stoplichten
10.
Ruitewissers,
ruitesproeier
1
1.
Luchtventilator
verklikkerlampjes
12. Schakelas
u