Er'Éryr.
daarna
weer
of
het
waterniveau is gedaald.
Zo
ja,
vul dan water
bij.
Dit dalen
van het
waterniveau
wordt
veroorzaakt
door
iuchtbelten,
wefke
hog
in
het
koelsysteem
waren
achtergebleven.
3.
Brandstofvoorraad
met
behulp van
de
brandstofvoorraadmeter
op
het
instru-
mentenbord.
Na een lange perigdg van stilstand
kan het
nodig
zijn
het brandstofsystèem
te
ontluchten lzre
bladzijde
2S).
4.
De hoeveelheid remvloeistof
in de
doorzichtige voorraadtankjes,
wetke
zich
onder de cabine achter het linker voorwiel
bevinden.
Na vorengenoemde punten
te hebben gecontroleerd start
nu als volgt:
1.
Zet
de hoofdschakelaar
aan.
2.
Zet
de
stopmanette omhoog.
3.
Steek de contactsleutel
in
de schakelaar en druk deze
door.
4.
Trap het
koppelingspedaal
in.
5.
Zet
de versnellingshefboom
vrij.
6.
Trap het
gaspedaal
geheel
in.
7.
Bij
normale temperatuur:
Trek de start-trekknop
geheef
uit.
Het starten onder
koude
weersomstandigheden
Tijdens een vorstperiode
kan
het starten zonodig worden vergemakkelijkt door
een
electrische start-gloeispiraal, welke de lucht
voorverwarmt.
Trek.
i1
djt
geval
de
start-trekknop
half
uit
(er
heeft
dan
voorgloeiing plaats)
en
houd
de knop
in
die stand
gedurende:
10
seconden
bij
O "C
tot
-S
"C
20
seconden
bij
-5
"C
tot
-
10
"C
3O
seconden bij
temperaturen,
lager
dan
-
10
oC
Indien
de
motor
na
15 seconden
starten niet loopt, 15
seconden wachten
en
dan opnieuw starten.
r.)'='
\
Afb.
18.
Starttrekknop
17