Diagnose en reparatie
76
8.6.4
Verbindingskabel en -dozen
De COS 4 / COS 4HD werkt met kleine
meetstromen en daarom kunnen shunts in
verbindingskabels en -dozen de meetwaarde
sterk vervalsen. Let s.v.p. op:
• Intacte afdichtingen van deksels en
kabelwartels.
• Droge en schone binnenruimte (evt.
drogen, reinigen en droogmiddel plaatsen)
• Corrosievrije leidingen, eindhulzen,
klemmen en connectoren.
8.7
Reparaties aan gehele meetsysteem
COM 2x3-WX/WS
8.7.1
Zuurstof-meetinstrument -WX/WS
Functie, simulatie en test met COS 31, COS
31-S, COS 71
De instrumentuitvoeringen COM 2x3-WX/-WS
werken bij voorkeur met de sensoren COS 31,
COS 31-S en COS 71. Deze sensoren hebben
een digitale data-overdracht via interface
RS485. De sensorherkenning COS 31 of COS
31-S volgt automatisch intern in de sensor bij
het kalibreren. Alle sensorgegevens worden
aan de COM 2x3 via data-overdracht
overgedragen. Na netspanningsonderbreking
worden deze data opnieuw aan de Liquisys M
verzonden. De sensoren hebben ± 8,5 VDC
voedingsspanning nodig vanuit de COM 2x3.
Vanwege de digitale data-overdracht is geen
simulatie van sensorsignalen mogelijk.
Testmogelijkheden tijdens digitaal bedrijf:
• Voedingsspanningen meten
(± 8,5 VDC , zie aansluitschema)
• Intacte sensor COS 31, COS 31-S of COS
71 aansluiten
• Stroomverbruik sensor meten
• O
-meetwaarde en temperatuurwaarde op
2
Liquisys M controleren
• De O
-ingang kan door meten van de
2
gelijkspanning worden getest. Als
referentie dient klem »0«, O
klem 18:
. 0 mV . = 0,0 mgO
. -750 mV = O
-verzadiging
2
(bij 25 °C = 8,1 mgO
/c. aanwijswaarde
2
afhankelijk van laatste kalibratie)
• In de velden »E+H Service« E 151 t/m 159
worden de sensorgegevens uitgelezen.
• Tijdens meetbedrijf kan met de »-« – toets
de sensorstroom in nA worden
weergegeven. Richtwaarde:
COS 31: . . ca. 40 nA/mg O
COS 31-S: . ca. 120 nA/mgO
COS 71: . . ca. 800 nA/mgO
• Vast aangetrokken klemmenschroeven.
• Kabelwartels in dozen of instrumenten aan
onderzijde
• Kabellussen naar beneden wijzend bij
wartels aan de zijkant zodat water kan
weglopen.
Wanneer de in par. 8.8.1 verklaarde
functietest aan de verbindingsdoos in
plaats van aan het instrument wordt
uitgevoerd, dan wordt de doos met
klemmen en verbindingskabel naar het
instrument automatisch ook gecontroleerd.
Functie, simulatie en test met COS 3, COS
3-S, COS 3HD
Wanneer een sensor met locale elektronica
wordt aangesloten (COS 3, COS 3-S, COS
3HD, COS 1, TriOxmatic
door de COM 2x3 herkend en de bedrijfs-
stand wrodt automatisch op »analoge
ingang« gezet. Ook deze sensoren hebben ±
8,5 VDC voedingsspanning nodig vanuit de
COM 2x3. Vanwege de analoge locale
signaalverwerking is een beperkte
simulatie van sensorsignalen mogelijk.
Testmogelijkheden tijdens analoog bedrijf:
• Voedingsspanning meten (zie hierna)
• Sensor COS 3 of compatibel sensor
aansluiten
• Stroomverbruik sensor meten
(max. 0,5 mA bij COS 3)
• O
Liquisys M controleren of
• Temperatuur-vervangingsweerstand 30
kOhm aansluiten op klemmen 96 en 97
(aanwijzing 25 °C). Voor overige testen kan
de tabel in par. 8.8.1 worden gebruikt.
• De O
gelijkspanning worden getest. Als
referentie dient klem »0«, O
-ingang is
klem 18:
2
/l
2
(bij 25 °C = 8,1 mgO
afhankelijk van laatste kalibratie)
• Tijdens meetbedrijf kan met »-« – toets de
sensorspanning (mV) worden getoond.
• Vanwege ontbrekende data-overdracht zijn
de velden E 151 t/m 159 in de analoge
bedrijfsstand leeg.
De luchtdrukmeting in de COM 2x3-WX/-WS
/l bij 25 °C
kan in veld S11 worden gecontroleerd.
2
/l bij 25 °C
Opgelet! De absolute druk wordt getoond
2
/l bij 25 °C
(een normale barometer toont de op het
2
zeeniveau betrokken relatieve druk en kan
daarom niet voor een vergelijking worden
gebruikt).
Liquisys M COM 223 / 253
®
), dan wordt deze
-meetwaarde of temperatuurwaarde op
2
-ingang kan door meten van de
2
2
. 0 mV . = 0,0 mgO
/l
2
. -750 mV = O
-verzadiging
2
/c. aanwijswaarde
2
Endress+Hauser
-ingang is