Configuratie instrument
Codering
Veld
Functiegroep
F
ALARM
Contacttype
F1
kiezen
Tijdseenheid
F2
kiezen
Alarmvertraging
F3
invoeren
F4
Foutstroom kiezen
F5
Fout kiezen
34
5.5
Bewakingsfuncties
M.b.v. de bewakingsfuncties kunnen verschillende alarmen worden gedefinieerd en uitgangs-
contacten worden ingesteld. Iedere afzonderlijke fout kan afzonderlijk als actief of niet actief
worden ingesteld (als contact of als foutstroom). Bij een alarm kan bovendien een reinigings-
functie worden geactiveerd (F8).
5.5.1
Alarm
Keuze of bereik
Default-instelling (vet)
houd = houdcontact
puls
= pulscontact
min
s
0 min (s)
0 ... 2000 s (min)
22 mA
2,4 mA
1
1 ... 255
Liquisys M COM 223 / 253
Aanwijzing
F
Instellingen alarmfuncties.
ALARM
Dauer
Gekozen contacttype geldt
F1
alleen voor alarmcontact.
Kont.Typ
min
F2
Zeit Einh.
Afhankelijk van de instelling in F2
kan de alarmvertraging in s of in
min
0
min worden ingevoerd.
F3
De keuze is ook nodig, wanneer
Alarmverz
in F5 alle foutmeldingen
22mA
uitgeschakeld worden. Indien in
F4
O311 »0-20 mA« is gekozen,
Fehlerstr
mag »2,4 mA« niet worden
gebruikt.
Hier kunnen alle fouten worden
gekozen, waarbij een
alarmmelding moet volgen. De
keuze volgt via de foutnummers.
1
F5
De afzonderlijke foutnummers
vindt u in de tabel in par. 7.4.
FehlerNr.
Alle fouten, die niet worden
ingesteld, blijven op de default-
waarde staan.
Info
Endress+Hauser