Configuratie instrument
40
5.5.2
P(ID)-regelaar
Bij de Liquisys M bestaat de mogelijkheid, verschillende regelaarfuncties te definiëren. Uitgaan-
de van een PID-regelaar kunnen P-, PI-, PD- en PID-regelaarconfiguraties worden gerealiseerd.
Om de best mogelijke regeling te verkrijgen, moet de voor iedere toepassing best passende re-
gelaar worden gebruikt.
P-regelaar: Wordt bij eenvoudige lineaire regeling met kleine regelafwijkingen gebruikt. Bij de
uitregeling van sterke veranderingen kunnen pendelingen ontstaan. Bovendien moet met een
blijvende regelafwijking rekening worden gehouden.
PI-regelaar: Wordt bij regelkringen gebruikt, waarbij oversturingen voorkomen moeten worden
en een kleine, blijvende regelafwijking mag optreden.
PD-regelaar: Wordt bij processen gebruikt, waarbij snelle veranderingen nodig zijn en waarbij
pieken moeten kunnen worden weggeregeld.
PID-regelaar: Wordt bij processen gebruikt, waarbij een P-, PI- of PD-regelaar ontoereikend is.
Instelmogelijkheden van de P(ID)-regelaar
Voor een PID-regelaar staan drie instelmogelijkheden ter beschikking::
• Regelaarversterking K
(P-aandeel)
p
• Integratietijd T
(I-aandeel)
n
• Differentiatietijd T
(D-aandeel)
v
Inbedrijfname
Wanneer er nog geen ervaring met de instelling van de regelparameters bestaat, stelt u die
waarden in, welke resulteren in de grootst mogelijke stabiliteit van de regelkring . Voor een ver-
dere optimalisatie van de regelkring gaat u als volgt te werk:
• Voor de optimalisatie wordt de regelaarversterking K
van de regelgrootheid optreedt.
• Verklein K
weer iets en verkort daarna de integratietijd T
p
inregeltijd zonder pendelen wordt gerealiseerd.
• Om de aanspreektijd van de regelaar te verkorten, stelt u bovendien nog de differentiatietijd
T
in.
v
Liquisys M COM 223 / 253
net zolang vergroot, tot licht pendelen
p
zodanig, dat de kortst mogelijke
n
Endress+Hauser