15
BUITENBEDRIJFSTELLING, OPSLAG EN
VERWIJDERING
15.1 MACHINE BUITEN BEDRIJF STELLEN
Om ervoor te zorgen dat de machine ook na een langere gebruikspauze volledig functioneel blijft, is het
belangrijk de nodige maatregelen te treffen voor de opslag: volg hiervoor punt 8.2 .
15.2 OPSLAG VAN DE MACHINE
De machine moet droog en beschermd tegen weersinvloeden worden opgeslagen, zodat deze ook
na langere opslagtijd goed blijft werken.
De machine moet conform punt 8.2 worden geparkeerd.
Beveilig de machine tegen onbedoeld wegrollen.
Op de machine mag niets worden geplaatst of bewaard.
De machine moet altijd in een beveiligde omgeving worden geparkeerd en opgeslagen om onbevoegd
starten te voorkomen.
15.3 AFVALVERWIJDERING
De machine moet volgens de geldende lokale afvalverwijderingsregels worden uitgevoerd.
16
LANDBOUWKUNDIGE TIPS VOOR HET GEBRUIK VAN
DE VARIO-CULTUUREG
Het effect van de vario-cultuureg is voornamelijk gebaseerd op het met grond afdekken, het wieden van
onkruid en het verkruimelen van de bodem. Bij graan wordt bovendien de uitstoeling gestimuleerd. T.o.v.
hakselmachines heeft de vario-cultuureg twee grote voordelen: hij werkt niet rijgebonden en heeft in
vergelijking een hoog oppervlakrendement.
De zaaidiepte en de oppervlaktestructuur van het zaaibed zijn direct afhankelijk van het succes bij het
eggen voor het verwijderen van het onkruid. Daarbij verhindert te ondiep zaaien iedere vorm van eggen
tijdens de vooropkomst. Later, als de planten vast in de grond geworteld zijn, kan echter opnieuw worden
geëgd. Bij een zaaidiepte 3-4 cm is bij een kleinere werkdiepte het eggen ook tijdens de vroege opkomst
mogelijk. Het kiemende zaaigoed mag hierbij echter niet door de egtanden worden geraakt.
Tijdens het groeiproces is het belangrijk onkruid in het draad- of kiembladstadium te bestrijden met een
eg en daarbij de cultuurgewassen zoveel mogelijk te beschermen. De daarvoor optimale werkwijze is sterk
afhankelijk van de bodem-, planten- en weersverhoudingen. De optimale werkwijze vindt u het snelst door
het aanpassen van de werkdiepte en het variëren van de werksnelheid. Als basisinstelling op de eg
moeten de uiteinden van de tanden ongeveer loodrecht op het bodemoppervlak worden ingesteld (zie
hoofdstuk 8.5 Werkpositie en instelling van de werkdiepte).
Aanwijzingen voor te intensief eggen zijn meer dan te veel ontwortelde, bedekte of omgeknikte
cultuurplanten. Kleine verliezen van cultuurplanten kunnen vooraf door een lichte verhoging van de
zaaihoeveelheid ter hoogte van circa +10% worden gecompenseerd. De uiteindelijke gewasdensiteit mag
daarbij na uitvoering van alle stappen niet onder de landbouwkundig vereiste waarden dalen.
Andere effecten van de bodembewerking met de vario-cultuureg, zoals
Bodemventilatie
Regeling van de waterhuishouding,
Inwerken van het zaaigoed voor onderbouw en
Bevordering van de uitstoeling in het graan
30