Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lastechnieken De Toorts Verplaatsen - SOLDATECH ML200HG Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

WAARSCHUWING
BLOOTSTELLING AAN EEN LASBOOG IS UITERST SCHADELIJK VOOR DE
OGEN EN DE HUID! Langdurige blootstelling aan de lasboog kan blindheid
en brandwonden veroorzaken. Sla nooit een boog of begin met lassen totdat
u voldoende bent beschermd. Draag vuurvaste lashandschoenen, een zwaar
shirt met lange mouwen, een broek zonder manchetten, hoge schoenen en
een ANSI goedgekeurde lashelm.
1.
Verbind de aardklem met een stuk schroot van hetzelfde type materiaal
dat u gaat lassen. Het moet gelijk zijn aan of groter zijn dan de dikte van
het eigenlijke werkstuk, en vrij van olie, verf, roest, enz.
2.
Selecteer een hitte instelling. Raadpleeg de opstellingstabel.
3.
Houd de toorts in één hand, zodat het mondstuk op de rand van het
werkstuk het verst van u af rust, en in een hoek vergelijkbaar met die
welke zal worden gebruikt bij het lassen. (Zie DE TOORTS VASTHOUDEN
als u niet zeker weet onder welke hoek u gaat lassen).
4.
Draai met uw vrije hand de draadsnelknop naar het maximum en blijf de
knop vasthouden.
5.
Laat uw lashelm zakken en trek aan de trekker van de toorts om een
boog te starten. Sleep vervolgens de toorts naar u toe en draai tegelijker-
tijd de draadsnelkeuzeknop linksom.
6.
LUISTER! Als u de draadsnelheid verlaagt, verandert het geluid dat de
boog maakt van een sputterend naar een hoog zoemend geluid en
begint het weer te sputteren als u de draadsnelheid te veel verlaagt. Het
punt op de draadsnelheidinstelling waar het hoge zoemende geluid
wordt bereikt, is de juiste instelling. U kunt de draadsnelheidsregeling
gebruiken om de warmte en penetratie voor een bepaalde warmte-in-
stelling iets te verhogen of te verlagen door hogere of lagere draadsnel-
heidinstellingen te selecteren. Herhaal deze afstemmingsprocedure als
u een nieuwe warmte-instelling, een draad met een andere diameter of
een ander type lasdraad selecteert.
Lastechnieken
De toorts verplaatsen
Toortsbeweging verwijst naar de beweging van de toorts langs de lasnaad
en is onderverdeeld in twee elementen: richting en snelheid. Een massieve
lasrups vereist dat de lastoorts gestaag en met de juiste snelheid langs de
lasnaad wordt bewogen. Als u de toorts te snel, te langzaam of onregelmatig
verplaatst, voorkomt u een goede fusie of ontstaat een klonterige, ongelijke
rups. De bewegingsrichting is de richting waarin de toorts langs de lasnaad
wordt bewogen ten opzichte van de laspoel. De toorts wordt óf in de laspoel
geduwd óf weggetrokken van de laspoel
NLD
26

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave