NLD
1. Cilinderklep: regelt de gasstroom van de GASCILINDER.
2. Cilindermanometer
3. Gasstroommeter, ingesteld op 20 CFM
4. Regelaar
5. Regelknop regelt de gasdruk naar de lasser.
6. Gasslang
7. Gasfles
Let op:
Open langzaam de cilinderklep door hem linksom te draaien totdat de fles-
drukmeter op de eerste meter van de regelaar registreert. Draai de instel-
knop langzaam rechtsom (rechts) om de gasstroom te verhogen tot 20 cfm.
Draai de aanpassing linksom (links) om de gasstroom te verminderen. De
gasklep bevindt zich op het achterpaneel van de lasser en wordt geactiveerd
door de trekker. Gasstroom moet worden gehoord wanneer de trigger wordt
geactiveerd. Geen gasstroom zal resulteren in een ruwe boog met buitenspo-
rige spatten, een gladde lasrups zal moeilijk te verkrijgen zijn. Voorkom onno-
dig gasverlies door de tankklep te sluiten wanneer u klaar bent met lassen.
Selectie van gas.
Verschillende materialen vereisen ander beschermgas bij MIG-lassen, raad-
pleeg de installatietabel in het draadtoevoercompartiment.
Zacht staal: gebruik 75% argon en 25% voor minder spatten en minder
penetratie voor dunnere materialen. GEBRUIK GEEN Argongasconcentra-
ties hoger dan 75% op staal. Het resultaat is een extreem slechte penetratie,
porositeit en brosheid van de las.
Zacht staal: gebruik CO2 voor diepere penetratie maar verhoogde spatten.
Roestvrij staal: gebruik een gemengd gas dat bestaat uit Helium, Argon en
CO2. Aluminium of brons: gebruik 100% argon
Roestvrij staal: gebruik een gemengd gas dat bestaat uit Helium, Argon en
CO2. Aluminium of brons: gebruik 100% argon
Installatie van draadspoel
Open de draaiplaat van de machine, draai de stelmoer op de draadas links-
om om deze van de draadspoelschroef te verwijderen en haal vervolgens de
zitting van het draadspoelblok omlaag;
Laat het binnenste gat van de draadspoel die is uitgerust met draad het
uiteinde van de blokzitting in de draadspoel bedekken (draadspoel van 100 of
200 mm wordt gekozen)
21