Onderhoud en afstelling
Voorzichtig
Indien de motor met onvoldoende olie
draait, ontstaat motorschade. Schakel
de motor onmiddellijk uit en onderzoek
de
oorzaak
wanneer
controlelampje voor lage oliedruk blijft
branden.
Oliepeil controleren:
Start de motor en laat deze circa vijf
minuten stationair draaien.
Stop de motor en wacht drie minuten
zodat de olie kan zakken.
Verwijder de olievuldop/peilstok terwijl
de motorfiets rechtop staat, veeg de
peilstok
schoon
en
helemaal naar binnen.
Verwijder de vuldop/peilstok.
Het oliepeil wordt aangegeven door
lijnen op de vuldop/peilstok. Wanneer
het carter tot het juiste peil is gevuld,
moet het oliepeil overeenkomen met de
bovenste markering op de peilstok.
Als
het
oliepeil
onder
markering ligt, vult u steeds een klein
beetje olie bij tot het peil goed is. Plaats
de vuldop/peilstok terug wanneer het
juiste peil is bereikt.
96
Olie verversen en oliefilter
vervangen
het
2
ceda
1.
Olieaftapplug
2. Oliefilter
schroef
hem
De motorolie en het filter dienen te
worden ververst/vervangen overeen-
komstig de eisen van het periodieke
onderhoud.
Langdurig of herhaaldelijk contact met
de
laagste
motorolie kan leiden tot uitdroging,
irritatie en ontsteking van de huid.
Bovendien bevat afgewerkte motorolie
schadelijke stoffen die huidkanker
kunnen veroorzaken.
Draag altijd geschikte beschermende
kleding en vermijd contact van de huid
met afgewerkte olie.
Olie en oliefilter vervangen:
Laat de motor goed opwarmen, schakel
vervolgens de motor uit en zet de
motorfiets op een egale ondergrond
rechtop vast.
Plaats een opvangbak onder de motor.
Verwijder de olieaftapplug. Gooi de
afdichtring weg.
1
Waarschuwing