Algemene informatie
Controlelampje tractiecontrole (TC)
Het
TC-controlelampje
gebruikt om aan te geven dat
het
tractiecontrolesysteem
actief is en bezig is om slippen
van het achterwiel te beperken bij snelle
acceleratie of op een natte of gladde weg.
Werking van het TC-controlelampje
TC ingeschakeld:
Bij normale rijomstandigheden blijft het
controlelampje uit.
Het
controlelampje
knippert
wanneer
het
tractiecontrolesysteem
bezig is om slippen van het achterwiel te
beperken bij snelle acceleratie of op een
natte of gladde weg.
TC uitgeschakeld:
Het controlelampje gaat niet branden. In
plaats
daarvan
gaat
schuwingslampje
'TC
branden (zie pagina 26).
Let op:
•
Tractiecontrole werkt niet in geval
van een storing aan het ABS-
systeem. In dat geval branden de
waarschuwingslampjes voor de ABS
en
tractiecontrole
storingslampje.
26
wordt
Als de tractiecontrole niet werkt, moet
voorzichtigheid
genomen bij het accelereren en het
nemen van bochten op een nat of glad
wegoppervlak, om doorslippen van het
achterwiel te voorkomen. Rijd niet
langer door dan noodzakelijk wanneer
het
motormanagementsysteem (MIL) en
het
waarschuwingslampje
tractiecontrole branden. Neem zo snel
snel
mogelijk contact op met een erkende
Triumph-dealer, om de storing te laten
inspecteren.
Snel accelereren en bochten nemen
kan in deze situatie doorslippen van
het achterwiel veroorzaken, wat kan
leiden tot verlies van de controle over
het
waar-
de motorfiets en een ongeluk.
uitgeschakeld'
Waarschuwingslampje
Tractiecontrole (TC) uitgeschakeld
geschakeld is.
en
het
Als het waarschuwingslampje op enig
ander moment onder het rijden gaat
branden, betekent dit dat er een storing
met de tractiecontrole is opgetreden, die
nader moet worden onderzocht.
Waarschuwing
in
acht
worden
storingslampje
voor
van
Het waarschuwingslampje voor
uitgeschakelde TC mag alleen
gaan branden bij een storing of
als
de
tractiecontrole
het
de
uit-