Tankdop
1
1.
Tankdop
2. Sleutel
Om de tankdop te openen:
Til de afdekklep van het slot op.
Steek de sleutel in het slot en draai de
sleutel rechtsom.
Om de dop te sluiten en vergrendelen:
Druk de dop met de sleutel in het slot op
zijn plaats tot het slot 'vastklikt'.
Verwijder de sleutel en sluit de klep.
Voorzichtig
Het sluiten van de tankdop wanneer
de sleutel niet in het slot zit, leidt tot
beschadiging van de dop, de tank en
het slotmechanisme.
Algemene informatie
Brandstoftank vullen
Voorzichtig
Verontreinigde brandstof kan onder-
delen
van
het
2
beschadigen.
Voorkom het vullen van de tank onder
regenachtige of stoffige omstandigheden,
omdat dit kan leiden tot verontreiniging
van de brandstof.
Vul de brandstoftank langzaam om
morsen te voorkomen. Vul de tank niet
verder dan tot de onderkant van de
vulpijp. Hierdoor blijft er ruimte voor een
luchtlaag, zodat de brandstof in de tank
kan uitzetten door warmteopname uit
de motor of zonlicht.
1
2
cbdf
1.
Maximaal brandstofpeil
2. Hals van de vulpijp
3. Luchtruimte
Controleer na het tanken altijd of de
tankdop goed gesloten en afgesloten is.
brandstofsysteem
3
63