– Hersluit de zijdelingse aflaatbeveiliging (2) zodat de zij-
delingse aflaatdeflector (3) geblokkeerd is.
Om de achterste aflaatdeflector te verwijderen:
– D uw zachtjes op de veiligheidshendel (1) en hef de zijde-
lingse aflaatbeveiliging (2) op.
– M aak de zijdelingse aflaatdeflector los (3).
3.2 Starten van de motor
Voor het opstarten, volgt men de aanwijzingen in de hand-
leiding van de motor.
3.2a
• Modellen met handmatige start ("I ")
Trek de remhendel van de snij-inrichting (1) tegen de hand-
greep en geef een stevige ruk aan het handvat van de
startkoord (2).
3.2b
• Modellen met elektrisch start met toets ("II - III")
– Plaats de meegeleverde accu in de holte voorzien op de
motor (4); (volg de aanwijzingen in de handleiding van
de motor.).
– Steek de sleutel goed in (indien aanwezig) (5).
– Trek de hendel rem motor / snij-inrichting naar de steel
(1).
OPMERKING De hendel rem motor / snij-inrichting moet
aangetrokken gehouden worden om te vermijden dat de
motor stilvalt.
– Druk op de starttoets en houd deze ingedrukt tot de mo-
tor ingeschakeld is (6).
3.3 Het gras maaien
Het gazon zal er beter uitzien als het steeds op dezelf-
de hoogte en afwisselend in de twee richtingen gemaaid
wordt.
Een machine die voorzien is van het systeem "MULCHING"
maait het gras, maalt het klein en verspreidt het over het
gazon. Het is dus niet noodzakelijk het afgemaaide gras
bijeen te rapen.
Voor de beste resultaten van "MULCHING", dient men de
volgende aanwijzingen op te volgen:
1. M aai het gras niet te kort af. Maai het gras slechts voor
1/3 van de hoogte af.
2. Houd het chassis steeds goed schoon (van onderaan).
3. G ebruik steeds goed geslepen snij-inrichtingen.
4. M aai geen nat gras. Dit wordt gemakkelijker opgehoopt
onder het chassis en verslechtert het resultaat van het
maaien aanzienlijk.
Raadgevingen voor de zorg van het gazon
Iedere soort gras heeft verschillende kenmerken en er kun-
nen dus verschillende werkwijzen nodig zijn om het gazon
te verzorgen; lees steeds de aanwijzingen op de zaadver-
pakkingen met betrekking op de maaihoogte, en al naarge-
lang de groeicondities van de zone waar men werkt.
Houd er rekening mee dat de meeste soorten gras uit een
steel en een of meerdere bladeren bestaan. Als de blade-
ren volledig afgemaaid worden, wordt het gazon bescha-
digd en zal het moeilijker teruggroeien.
Over het algemeen, gelden de volgende aanwijzingen:
– e en te laag maainiveau veroorzaakt scheuren en leegtes
in het grasveld, en een "gevlekt" aspect";
– i n de zomer, moet het gras hoger gemaaid worden om te
vermijden dat het terrein uitdroogt;
– m aai het gras niet wanneer het nat is; dit zou de werk-
zaamheid van de snij-inrichting verminderen omwille van
het gras dat eraan vastkleeft en zou scheuren in het gras-
veld veroorzaken;
– i ndien het gras bijzonder hoog is, is het raadzaam eerst
op de maximaal toegestane hoogte te maaien en ver-
volgens een tweede maaibeurt te doen na twee of drie
dagen.
3.4
Einde van het werk
Laat, na het werken, de hendel (1) van de rem los en maak
het dopje van de bougie (2) los.
• Modellen met elektrisch start met toets
D uw op het lipje (5) en verwijder de consensussleutel (4).
WACHT TOT DE SNIJ-INRICHTING STIL STAAT, vooral-
eer eender welke ingreep uit te voeren.
4. GEWOON ONDERHOUD
Bewaar de grasmaaier op een droge plaats.
BELANGRIJK Een regelmatig en zorgzaam onderhoud,
dat minstens jaarlijks wordt uitgevoerd, is onontbeerlijk om
de veiligheid en originele performances van de machine met-
tertijd te behouden.
Iedere ingreep voor afstelling of onderhoud moet uitge-
voerd worden bij stilstaande motor, en na de kabel van de
bougie losgemaakt te hebben.
1) D raag robuuste werkhandschoenen bij alle ingrepen
voor reiniging, onderhoud of afstelling van de machine.
2) R einig de machine zorgvuldig met water na ieder ge-
bruik; verwijder de resten van gras en modder die bin-
nen het chassis opgestapeld worden om te vermijden
dat deze resten, wanneer ze opdrogen, een volgend op-
starten moeilijk maken.
3) D e verf aan de binnenkant van het chassis kan metter-
tijd loskomen ten gevolge van de krassende actie van
het gemaaide gras; in dit geval moet men onmiddellijk
de verflaag bijwerken met een antiroestverf, om de vor-
ming van roest te voorkomen, die tot corrosie van het
metaal zou kunnen leiden.
4) I ndien toegang tot het binnendeel van de machine no-
dig is, moet de machine op de kant die aangegeven is
in de handleiding van de motor, gelegd worden, volgens
de instructies, en moet men zich ervan verzekeren dat
de machine stabiel is alvorens eender welke ingreep
uit te voeren.
5) G iet geen benzine op de plastic onderdelen van de mo-
tor of de machine, om schade te voorkomen en verwij-
der onmiddellijk elk spoor van benzine dat eventueel ge-
morst werd. De garantie dekt geen schade aan de plas-
tic onderdelen, veroorzaakt door benzine.
6) Bij de modellen met AVS: in geval van ongewone tril-
lingen op de steel, de schokdempers controleren en
contact opnemen met uw Verkoper .
7) Om de goede werking en levensduur van de machine te
verzekeren, is het raadzaam de olie an de motor regel-
matig te vervangen, volgens de frequentie die aangege-
ven is in de Handleiding van de motor zelf.
D e olie kan nabij een gespecialiseerd centrum afgela-
ten worden, ofwel door ze met een spuit uit de vulope-
ning op te zuigen; houd er rekening mee dat het noodza-
kelijk kan zijn deze handeling meerdere keren te herha-
len om er zeker van te zijn dat de carter volledig leeg is.
Verzeker u ervan dat de olie bijgevuld werd, vooral-
NL - 5