Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Multi Display (Meerdere Beeldschermen) - NEC MultiSync EX241UN Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

DATA COPY (Gegevenskopie)
Selecteer "DATA COPY" (Gegevenskopie) en druk op de knop "INPUT/SELECT" (Invoer/selecteren) om gegevens van
de hoofdmonitor naar de submonitor(en) te kopiëren. Het indicatorlampje PROCEEDING... (Voortgang) verschijnt op
het scherm.
OPMERKING:
Deze functie is alleen bedoeld voor de hoofdmonitor in ControlSync.
Alle instellingen die in het ControlSync-diagram (zie pagina 13) zijn gespecificeerd, worden gekopieerd
van de hoofdmonitor naar de submonitor(en).
CUSTOMIZE SETTING (Instelling aanpassen)
Hiermee worden de huidige instellingen opgeslagen om ze eenvoudig opnieuw in te stellen.
Voor het opslaan van de huidige instellingen: druk op de knop "INPUT/SELECT" (Invoer/selecteren). Druk nadat
er een waarschuwingsmelding is weergegeven op de knop "ECO/RESET" (Eco/opnieuw instellen) om de huidige
instellingen te herstellen.
Voor het herstellen van de instellingen: houd "CENTER/EXIT" (Centreren/afsluiten) gedurende minimaal 3 seconden
ingedrukt terwijl het OSD-menu is uitgeschakeld.

MULTI DISPLAY (Meerdere beeldschermen)

Hiermee kunt u via een distributieversterker één beeld vergroten en weergeven op meerdere schermen (maximaal 25).
U kunt een individuele monitor bedienen nadat u meerdere monitoren als multischerm hebt ingesteld.
H MONITOR (H-monitor)
Hiermee selecteert u het aantal horizontale beeldschermen.
V MONITOR (V-monitor)
Hiermee selecteert u het aantal verticale beeldschermen.
MONITOR NO. (Monitornummer)
Deze functie is voor beelduitbreiding met multischerm, maar wordt ook gebruikt voor INDIVIDUAL ADJUST (Individuele
aanpassing).
Beelduitbreiding met multischerm:
Raadpleeg Voorbeeld van installatie en monitornummer om voor elke monitor een monitornummer in te stellen.
Wanneer H.MONITOR en V.MONITOR worden ingesteld, wordt uitgegaan van de installatie zoals die in het OSD-
menu wordt weergegeven. Als u een monitornummer voor een monitor instelt, installeer de monitor dan op dezelfde
plaats als waar het nummer van de voorbeeldinstallatie zwart wordt weergegeven.
Een submonitor met INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) bedienen vanaf de hoofdmonitor:
Deze functie is bedoeld voor het bedienen van submonitoren vanaf de hoofdmonitor. Dit is handig als de submonitor
zich op een onbereikbare plaats bevindt.
Stel voor elke monitor een monitornummer in. Als u elke monitor een eigen nummer geeft, kunt u een specifieke
monitor bedienen. Als u voor meerdere monitoren hetzelfde nummer instelt, kunt u de monitoren met hetzelfde
nummer tegelijk bedienen.
OPMERKING: op ControlSync OUT (ControlSync-uitgang) mag alleen een hoofdmonitor worden aangesloten.
Sluit geen hoofdmonitor aan op ControlSync IN (ControlSync-ingang). Meer informatie over
hoofdmonitor en submonitoren vindt u in ControlSync (pagina 12).
Hiermee stelt u de hoofdmonitor in op 1 en stelt u de overige monitoren (submonitoren) op de onderstaande volgorde in.
Voorbeeld van installatie en monitornummer:
21 22 23 24 25
16 17 18 19 20
11 12 13 14 15
6 7 8 9 10
1 2 3 4 5
H MONITOR 5
V MONITOR 5
7 8 9
4 5 6
5 6 7 8
1 2 3
1 2 3 4
H MONITOR 3
H MONITOR 4
V MONITOR 3
V MONITOR 2
Nederlands-21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Multisync ex241un-bk

Inhoudsopgave