Kleur
Color Control System (kleurenbeheersysteem): er zijn vooraf ingestelde kleuren beschikbaar waarmee u de
kleureninstellingen kunt aanpassen.
1, 2, 3, 4, 5: hiermee verhoogt of verlaagt u de kleuren rood, groen of blauw, afhankelijk van de kleur die is geselecteerd.
Als u een kleur verandert, is dit onmiddellijk zichtbaar op het scherm. De instelling (hoger of lager) wordt door de balken
aangegeven. sRGB (vooraf ingestelde kleurenmodus [4]) biedt een enorme verbetering van de kleurengetrouwheid in
desktopomgevingen omdat slechts één standaard RGB-kleurenruimte wordt gebruikt. Dankzij deze standaard kunt u voor
de meeste toepassingen eenvoudig en met een gerust hart kleuren instellen zonder dat verder kleurenbeheer vereist is.
NATIVE (Systeemeigen): de oorspronkelijke kleur die door het LCD wordt weergegeven. Deze kleur kan niet worden
gewijzigd.
L/B (LOW BLUE LIGHT) (Weinig blauw licht): hiermee vermindert u het blauwe licht van de monitor. Dit item kan niet
worden aangepast.
OPMERKING: u kunt rechtstreeks naar de modus L/B (LOW BLUE LIGHT/Weinig blauw licht) gaan door gedurende
minimaal 3 seconden op de knop INPUT/SELECT (Invoer/selecteren) te drukken. Als u vanuit de
modus L/B (Weinig blauw licht) naar andere instellingen wilt gaan, drukt u op de knop INPUT/SELECT
om het OSD-menu weer te geven en gaat u naar COLOR (Kleur).
Wanneer L/B (Weinig blauw licht) is geselecteerd in COLOR (Kleur), zijn CONTRAST (Contrast) en
DV MODE (DV-modus) uitgeschakeld.
DICOM SIM.: de witpuntkleurtemperatuur en de gammakromme zijn ingesteld op een DICOM-simulatie. Dit item kan
niet worden aangepast.
PROGRAMMABLE (Programmeerbaar): de gammakromme is instelbaar met behulp van applicatiesoftware.
OPMERKING: wanneer MOVIE (Film), GAMING (Games) of PHOTO (Foto) is geselecteerd voor DV MODE
(DV-modus), wordt NATIVE (Systeemeigen) automatisch geselecteerd. Dit kan niet worden gewijzigd.
Hulpmiddelen
VOLUME
Hiermee wordt het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon bepaald.
Druk op de knop "ECO/RESET" (Eco/opnieuw instellen) als u het geluid van de luidspreker wilt dempen.
SOUND INPUT (Geluidsinvoer) (alleen HDMI-ingang, DisPlayPort-ingang)
Met deze functie selecteert u audio-ingang, HDMI of DisplayPort.
VIDEO DETECT (Signaaldetectie)
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één video-ingang op de monitor
is aangesloten.
FIRST (Eerste): wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere
ingangspoorten. Als het videosignaal zich op een andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de ingangspoort van
de nieuwe gedetecteerde videobron in. De monitor zoekt geen andere videosignalen als de huidige videobron aanwezig is.
NONE (Geen): de monitor zoekt geen beeldsignaal op de andere ingangspoort tenzij de monitor wordt ingeschakeld.
DP OUT MULTISTREAM
Hiermee selecteert u de DisplayPort-modus.
CLONE (Klonen): hiermee stelt u SST in (single-stream transport). De standaardinstelling is "CLONE" (Klonen). Als er
meerdere monitoren zijn ingesteld op MST (multi-stream transport), wordt op elke monitor hetzelfde beeld weergegeven.
AUTO (Automatisch): wordt weergegeven in de modus SST (single-stream transport) of de modus MST (multi-stream
transport). "AUTO" (Automatisch) moet zijn geselecteerd als MST (multi-stream transport) wordt gebruikt.*
Als er meerdere monitoren zijn ingesteld op SST (single-stream transport), wordt elke monitor individueel aangestuurd
met een afzonderlijk beeld.
OPMERKING: raadpleeg Meerdere monitors aansluiten via DisplayPort (zie pagina 14) als de monitor geen
beeld weergeeft.
*: Voor MST (multi-stream transport) en SST (single-stream transport) is de desbetreffende grafische kaart vereist. Neem contact op met uw leverancier
voor beperkingen van deze functie.
RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering)
Hiermee wordt de functie RESPONSE IMPROVE (Responsverbetering in- of uitgeschakeld. Responsverbetering kan
het wazig worden van bepaalde bewegende beelden verminderen.
OFF TIMER (Uitschakeltimer)
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u een voorafbepaalde duur heeft ingesteld. Voordat het apparaat
wordt uitgeschakeld, wordt er een bericht weergegeven op het scherm waarin u gevraagd wordt of u wilt dat de
uitschakeltijd met 60 minuten vertraagd wordt. Druk op een willekeurige OSD-knop om de uitschakeltijd uit te stellen.
POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer)
Met POWER SAVE TIMER (Energiebesparingstimer) kunt u de monitor automatisch laten uitschakelen nadat deze
2 uur in de energiespaarstand heeft gestaan.
Nederlands-19