Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEC MultiSync EX241UN Gebruikershandleiding pagina 14

Inhoudsopgave

Advertenties

ControlSync
ControlSync werkt doordat alle aangesloten submonitoren tegelijk vanaf de hoofdmonitor worden bediend, maar ook doordat
de doelmonitor vanaf de hoofdmonitor wordt bediend door de functie INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) in te
schakelen (zie pagina 22).
Alle aangesloten submonitoren bedienen (gesynchroniseerde bediening):
1. Sluit de hoofdmonitor met een submonitor via een ControlSync-kabel (ø 2,5) aan op ControlSync "IN/OUT".
2. Volg de stappen in "DATA COPY". Wanneer de instelling van de hoofdmonitor is aangepast, wordt deze automatisch
gekopieerd en naar de aangesloten submonitor(en) gestuurd.
3. Er kunnen maximaal 24 monitoren via ControlSync in serie worden aangesloten.
OPMERKING: Sluit de hoofdmonitor via ControlSync aan op de "OUT"-connector.
Het ControlSync-pictogram verschijnt in de linkerbovenhoek van het OSD-menu van
de submonitor.
Sluit "IN-IN" of "OUT-OUT" niet aan.
Sluit de connectoren niet in een lus aan.
Wanneer de monitoren zijn aangesloten, schakelt u de hoofdmonitor in en uit om te
controleren of ControlSync naar behoren werkt.
Als monitoren met DisplayPort-kabels zijn aangesloten, zorg er dan voor dat de monitor die op een computer is
aangesloten de hoofdmonitor is.
Hoofdmonitor
Een doelmonitor bedienen (Individuele aanpassing):
1. Druk op de knop CENTER/EXIT (Centreren/afsluiten) om het OSD-menu op de hoofdmonitor weer te geven.
2. Beweeg de knop DOWN/UP (omlaag/omhoog) omlaag om TARGET MONITOR NO. (Nummer van doelmonitor) te
selecteren en volgens het submonitornummer in te stellen.
Als u op de knop INPUT/SELECT (Invoer/selecteren) drukt, geeft elke submonitor zijn monitornummer weer.
Als het installatienummer in het OSD-menu wordt weergegeven, is de hoofdmonitor zwart en de submonitor geel.
3. Beweeg de knop DOWN/UP (omlaag/omhoog) om INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) te selecteren en stel dit
vervolgens in op ON (Aan).
U bedient het OSD-menu met de bedieningsknoppen van de hoofdmonitor.
OPMERKING: Als u INDIVIDUAL ADJUST (Individuele aanpassing) wilt uitschakelen, drukt u tegelijk op de knop SELECT
(Selecteren) en EXIT (Afsluiten).
Submonitor 1
Ingang (grijs)
Uitgang (zwart)
IN (Ingang)
(zwart)
(grijs)
ControlSync-kabel
Submonitor 2
OUT (Uitgang)
(zwart)
ControlSync-kabel
Nederlands-12
Maximaal
IN (Ingang) OUT (Uitgang)
24 submonitoren
(grijs)
ControlSync-
pictogram
Volgende monitor

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Multisync ex241un-bk

Inhoudsopgave