Warmte-in‐
stelling
6 - 7
7 - 8
9
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op het
oppervlak hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel
voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor het
glas.
7.2 De kookplaat reinigen
• Verwijder onmiddellijk: gesmolten
kunststof, plastic folie, zout, suiker en
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
8.1 Wat moet je doen als ...
Probleem
Je kunt de kookplaat niet in‐
schakelen of bedienen.
Gebruik om het volgende te
doen:
Zachtjes bakken: escalope, kalfs‐
vlees cordon bleu, cutlets, rissoles,
worstjes, lever, roux, eieren, pan‐
nenkoeken, donuts.
Zware friet, hash browns, lenden‐
steaks, steaks.
Kook water, kook pasta, braadvlees (goulash, stoofvlees), frietjes bakken.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aangesloten
op een stopcontact of niet goed
geïnstalleerd.
Tijd
Aanwijzingen
(min)
indien
Halverwege de bereidingstijd om‐
nodig
draaien.
5 - 15
Halverwege de bereidingstijd om‐
draaien.
suikerhoudend voedsel, anders kan dit
schade aan de kookplaat veroorzaken.
Doe voorzichtig om brandwonden te
voorkomen. Gebruik de speciale schraper
op de glazen plaat en verwijder resten
door het blad over het oppervlak te
schuiven.
• Verwijder wanneer de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalkringen,
waterringen, vetvlekken, glanzende
metaalverkleuring. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje niet-
schurend reinigingsmiddel. Droog de
kookplaat na reiniging af met een zachte
doek.
• Verwijder glanzende metaalverkleuring:
reinig het glazen oppervlak met een doek
en een oplossing van water met azijn.
Oplossing
Controleer of de kookplaat goed
aangesloten is op het lichtnet.
NEDERLANDS
11