Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Einddoppen; Bemonsteringspunten; Luchtafvoeropening; Filters - Comelit ILS-2 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.4 Einddoppen

Afbeelding 4-2: Einddop met opening in het midden
Het uiteinde van de monsterbuizen wordt afgesloten met een dop met een opening in het midden. De
eindopening kan worden beschouwd als laatste bemonsteringspunt.

4.5 Bemonsteringspunten

De bemonsteringspunten zijn langs de buis verdeeld en worden aangebracht door met de boormachine en een
boor met een geschikte diameter in de reeds geïnstalleerde buis te boren. Boren voor aanvang van de installatie
is mogelijk door de correcte tussenruimte tussen de openingen in het te beveiligen gebied te respecteren. Er
moet zodanig worden geboord dat er geen resten ABS in de opening achterblijven. Aan het einde van de
boorwerkzaamheden moeten de ABS-resten worden verwijderd die in de buizen terecht zijn gekomen. Deze
handeling kan worden uitgevoerd door met een externe aanzuiginstallatie lucht aan te zuigen of door met een
compressor lucht in te blazen, waardoor de lucht aan het einde van de buis naar buiten wordt geduwd. In dit
laatste geval moet de einddop pas in een volgende stap worden aangebracht. Bij standaard toepassingen is de
richting van het bemonsteringspunt "naar beneden".

4.6 Luchtafvoeropening

De aangezogen lucht komt, nadat deze is geanalyseerd, via het betreffende gat in de behuizing weer naar buiten.
Bij sommige toepassingen is het noodzakelijk de luchtafvoeropening op een bepaalde afstand van de melder aan
te brengen via een afvoerbuis. Dit is het geval wanneer u bijvoorbeeld het lawaai wilt verminderen, de kans wil
verkleinen dat de uitgang verstopt raakt door vreemde voorwerpen, als de statische druk van de omgeving waarin
de lucht naar buiten komt gelijk moet zijn aan die waarin de lucht wordt aangezogen, enzovoorts.
De toegestane lengte voor een dergelijke afvoerbuis bedraagt maximaal 10 m om een daling van de luchtstroom
te minimaliseren.
Let met name op de locatie waar de luchtafvoeropening wordt geplaatst, om te voorkomen dat hij per ongeluk
verstopt raakt.

4.7 Filters

Afbeelding 4-3: Filters bij de ingang van de melder ILS-2
Het luchtmonster stroomt voordat het de optische detectiekamer ingaat door een filter (code: 02-FL53).
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave