3.1.6 USB-connector
De melder is voorzien van een USB-connector type B voor de aansluiting op een pc via een USB-kabel (niet
meegeleverd). Via deze verbinding is het mogelijk de sensor te configureren en gegevens te downloaden via de
VSC-software.
De connector is beschermd door een afscherming met schroeven en deze moet na elk gebruik worden
teruggeplaatst om het binnendringen van stof en vuil te voorkomen.
4 Installatie van de buizen
Hieronder worden enkele standaard configuraties van het buizennet getoond.
De ontwerpsoftware ASPIRE2 moet worden gebruikt voor het berekenen van de transporttijd, het
verwateringseffect, enzovoorts voor alle buizennetten die voor de afzonderlijke toepassingen zijn voorzien.
Gebruik rode ABS buizen met een diameter van 25mm waarin bemonsteringspunten kunnen worden
geboord. De buizen eindigen met een dop waarin, in het midden, de laatste eindopening wordt aangebracht.
De positie van elk bemonsteringspunt moet overeenkomen met de richtlijnen die zijn voorzien voor
rookpuntmelders. Het is belangrijk om te vermelden dat de rookconcentratie die in één enkele opening
stroomt, wordt verdund door schone lucht afkomstig uit de overige bemonsteringspunten en de
eindopening.
4.1 Buisspecificaties
In overeenkomst met de norm EN54-20 moeten de buizen uit rood ABS zijn vervaardigd, conform de
norm EN 50086-1 (Inklemming 1, Impact 1, Temperatuur 31) met een nominale buitendiameter van 25
mm. De buizen worden gewoonlijk geleverd in stangen met een lengte van 3 meter en desgewenst
gesneden. Ze worden samengevoegd met verlijmde buis-buiskoppelingen met speciale lijm of met
schuifkoppelingen (inspecteerbaar).
BELANGRIJKE INFORMATIE: De buisinlaten van de ILS-2 zijn conisch zodat koppeling via klemdruk
4.2 Bevestiging
De standaard bevestigingsmethode voor buizen voorziet in het gebruik van speciale "clips" of klemmen. De
bevestigingsafstand bedraagt gewoon 1,5 m (afstand tussen twee achtereenvolgende clips).
4.3 Bochten
De beschikbare bochten zijn die van 90° en 45°. Het is belangrijk om 90° bochten met een ruime kromtestraal te
gebruiken en niet "smal" om hoge drukverliezen te voorkomen alsmede langere transporttijden van de
mogelijk is van de leiding afkomstig van het netwerk. Het afsnijden van het uiteinde van
de inlaatbuis moet netjes gebeuren zodat er een luchtdichte vastklemming mogelijk is
met de conische inlaat. De koppeling van de inlaatbuis met het conische
inlaatspruitstuk MAG NIET WORDEN GELIJMD: de garantie op de sensor gaat
hierdoor verloren.
Afbeelding 4-1: bocht 45° en bocht 90°
7