7 Test
Opmerking: De controles van het systeem mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
Breng voor aanvang van de test de bevoegde autoriteiten op de hoogte en schakel de signaleringen naar
de brandmeldcentrale uit om het verzenden van alarmen te voorkomen.
7.1 Puntmelders
Terwijl de eenheid wordt gevoed en de kunststof kap is verwijderd spuit u een kleine hoeveelheid rook of spray
om de werking van de melders te controleren.
De puntmelders kunnen ook worden gecontroleerd met behulp van een permanente magneet die om 7 uur op
de kap van de sensor wordt aangebracht.
Deze test simuleert elektronisch het effect van rook in de optische kamer.
7.2 Systeem
Alvorens het gehele systeem te controleren, moet de bovenste kap van de eenheid correct zijn gesloten.
Als minimum vereiste moet er een kleine hoeveelheid rook in de overeenkomstige laatste opening van elke buis
(of aftakking) worden gespoten.
De keuze van het soort rook dat wordt ingespoten verschilt per installatie, maar in elk geval moet de rook tijdens
de volledige testduur worden gebruikt - de spray IS NIET GESCHIKT voor het testen van aspriatiesystemen.
Als de bemonsteringspunten toegankelijk zijn, dan kan een functionele basistest bestaan uit testlucifers of
kaarsen, enzovoorts, maar voor het uitvoeren van een test met meetbare resultaten, moet Appendix A van de
Code of Practice for Aspirating Systems uitgegeven door F.I.A in UK worden geraadpleegd.
17