10 Problemen oplossen
PROBLEEM
De voedingsled knippert
Er brandt geen led op het
display en de
aanzuigventilator werkt
NIET
Er brandt geen led op het
display en de
aanzuigventilator WERKT
De led FLOW HIGH of
FLOW LOW brandt
De led AFLEZING STROOM
brandt
De stroomwaarden op de
LED-balk variëren op
willekeurige wijze
De led Aflezing stroom
brandt. Er worden geen
extreme condities
gedetecteerd van volledige
opening of sluiting van de
buizen
Storingssignalering
melder(s)
Controleer of de voedingsspanning tussen 18 - 30Vdc bedraagt.
Controleer de aanwezigheid van de 24 Vdc voedingsspanning en de correcte
aansluiting van de klemmen +/-. Controleer de correcte positie van de zekering en of
de zekering niet gebroken is.
Zorg ervoor dat de bandkabel tussen het moederbord en het display is aangesloten
Zorg ervoor dat de inlaatbuizen stevig vastzitten, dat de kap gesloten is en de
behuizing luchtdicht is. Controleer of de kalibratie van de luchtstromen is uitgevoerd
(zie sectie 6.2). Zorg ervoor dat het filter zich in goede conditie bevindt (zie sectie 8)
Verlaag de stroomgevoeligheid en kalibreer de eenheid opnieuw (zie sectie 6.2)
Verhoog de stroomgevoeligheid en kalibreer de eenheid opnieuw (zie sectie 6.2)
Zorg dat het adres van de melder correct is (zie sectie 5)
Zorg dat de kop van de melder stevig op zijn sokkel is bevestigd.
Zorg dat de juist modus is geselecteerd (zie sectie 6.2.1)
Zorg dat de optische onderdelen van de melder schoon zijn.
MOGELIJKE OPLOSSING
20