8
Storingen opsporen en verhelpen
Probleem
Ongelijkmatige of onnauwkeurige
voeding.
Objectplaat kan niet worden
verwijderd.
Cryostaat functioneert niet.
Onvoldoende of geen
koelcapaciteit.
Schrapend geluid bij de
sleufafdekking van het
microtoom.
Lemmet-/meshoudervoet kan
niet goed worden vastgeklemd.
8.3.1 Batterij vervangen
De batterij wordt bij de onderhoudsbeurt vervangen.
Heeft de klant geen onderhoudscontract afgesloten, dan moet de batterij uiterlijk na 7 jaar worden
vervangen. Alle instellingen (tijd, ontdooitijd, coupedikte, enz.) gaan bij het verwijderen van de batterij
verloren.
Er bestaat geen gevaar voor beschadiging van het apparaat. De klant moet echter alle instelwaarden
opnieuw invoeren als het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld na het vervangen van de
batterij.
66
Oorzaak
• Microtoom defect.
• Objectplaatje ten gevolge
van vocht aan de onderkant
vastgevroren aan de
snelvriesstrip of aan de
objectkop.
• Stekker niet correct
aangesloten.
• Stroomonderbreker is
uitgeschakeld.
• Compressor defect.
• Lek in het koelsysteem.
• Ongeschikte standplaats.
• Luchtinlaatopening van
condensor vuil.
• Wrijving tussen sleufafdekking
en microtoombehuizing.
• Onvoldoende klemkracht van
het T-stuk.
Verhelpen
• Klantenservice inlichten.
• Geconcentreerde alcohol
aanbrengen op het contactpunt
of de objectkop opwarmen.
• Controleren of stekker correct
is aangesloten.
• Schakelaar weer in de
bovenste stand zetten.
• Klantenservice inlichten.
• Klantenservice inlichten.
• Voorwaarden standplaats
controleren
(→ Blz. 21 –
4.1 Vereisten voor
installatieplaats).
• Luchtinlaatopening reinigen.
• Cryostaatolie op de
sleufafdekking aanbrengen
en door bewegen van het
handwiel of met schone
handdoek verdelen.
• Klemkracht van het T-stuk
instellen
(→ Blz. 40 –
Klemkracht van het T-stuk
instellen).
Versie 2.5, revisie P