Legenda
1) Bezette ruimte
2) Koelmiddelhoudend(e) onderdeel (onderdelen)
Ruimten voor machines worden niet beschouwd als verblijfsruimten (behalve als gedefinieerd in deel 3, 5.1: ruimten
voor machines die worden gebruikt als werkruimte voor onderhoud worden beschouwd als verblijfsruimten onder
toegangscategorie c).
De plaatselijk geldende bouwvoorschriften en veiligheidsnormen moeten worden nageleefd; neem in geval van
ontbrekende plaatselijke voorschriften en normen naar de richtlijn EN 378-3:2016 als richtlijn.
In paragraaf "Aanvullende richtlijnen voor een veilig gebruik van R1234ze(E)" is aanvullende informatie opgenomen
die aan de eisen van de veiligheidsnormen en bouwvoorschriften moet worden toegevoegd.
Elke wisselaar (verdamper en condensor) is voorzien van een veiligheidsklep, geïnstalleerd op een omschakelklep,
die onderhoud en periodieke controles mogelijk maakt, zonder een noemenswaardige hoeveelheid koelmiddel te
verliezen. Laat de veiligheidsklep niet in de tussenstand staan.
Om schade door inademing en direct contact met koelgas te voorkomen, moeten de uitlaten van de veiligheidsklep
vóór de werkzaamheden met een transportleiding worden verbonden. Deze leidingen moeten zo worden
geïnstalleerd dat, wanneer de klep opengaat, de uitgestroomde koelmiddelstroom geen mensen en/of dingen kan
investeren, of via ramen en/of andere openingen het gebouw kan binnendringen.
De installateur is verantwoordelijk voor de aansluiting van de veiligheidsklep op de doorstroomleiding en de
dimensionering van de leiding. Raadpleeg in dit verband de geharmoniseerde norm EN13136 voor de dimensionering
van de afvoerbuizen die op de veiligheidskleppen moeten worden aangesloten.
Alle voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met koelmiddel moeten in acht worden genomen overeenkomstig de
plaatselijke voorschriften.
1.5.1
Veiligheidsvoorzieningen
In overeenstemming met de richtlijn betreffende drukapparatuur worden de volgende beschermingsmiddelen gebruikt:
Hogedrukschakelaar → veiligheidsaccessoire.
-
Externe ontlastklep (koelmiddelzijde) → overdrukbeveiliging.
-
Externe ontlastklep (zijde warmteoverdrachtvloeistof) → De keuze van deze ontlastkleppen moet worden
-
gemaakt door het personeel dat verantwoordelijk is voor de voltooiing van het (de) hydraulische
circuit(s).
Alle in de fabriek geïnstalleerde ontlastkleppen zijn loodverzegeld om elke wijziging van de kalibratie te voorkomen.
Indien de ontlastkleppen op een omschakelklep zijn geïnstalleerd, is deze op beide uitgangen voorzien van een
ontlastklep. Slechts een van de twee ontlastkleppen werkt, de andere is geïsoleerd. Laat de omschakelklep nooit in
de tussenstand staan.
Als een overdrukklep wordt verwijderd voor controle of vervanging, zorg er dan voor dat er altijd een actieve
overdrukklep is op elk van de omschakelkleppen die in de unit zijn geïnstalleerd.
1.5.2
Verdere richtlijnen voor een veilig gebruik van R1234ze(E) voor apparatuur die zich in de open lucht
bevindt
Koelsystemen die zich in de open lucht bevinden, moeten zo geplaatst worden dat het lekken van koelvloeistof in een
gebouw of het op andere wijze in gevaar brengen van personen en voorwerpen wordt voorkomen.
Voorkom dat het koelmiddel in geval van lekkages in eventuele ventilatieopeningen, deuropeningen, luiken of
soortgelijke openingen kan stromen. Wanneer er in de open lucht een beschutting voor de koelapparatuur is voorzien,
moet gezorgd worden voor natuurlijke of geforceerde ventilatie.
In geval van koelsystemen die buiten zijn geïnstalleerd op een plaats waard vrijgekomen koelmiddel kan stag neren,
bijv. onder de grond, dan moet de installatie voldoen aan de eisen voor gasdetectie en ventilatie van machinekamers.
1.5.3
Aanvullende richtlijnen voor het veilig gebruik van R1234ze(E) voor apparatuur in een machinekamer
Wanneer de koelapparatuur geïnstalleerd wordt in een machinekamer, moet de plaatsing voldoen aan de plaatselijke
en nationale regelgeving. Voor de beoordeling kunnen de volgende vereisten (volgens EN 378 -3:2016) gebruikt
worden.
D-EIMWC003H02-18_05NL - 10/46