LAGE WARMTAPWATERTEMPERATUUR OF
GEBREK AAN WARMTAPWATER
Dit deel van het hoofdstuk over probleemoplossing is
alleen van toepassing als de boiler is geïnstalleerd in het
systeem.
• Gesloten of gesmoorde vulklep voor het warmtapwa-
ter.
– Open de afsluiter.
• Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
– Stel de mengklep af.
• SMO 40 in onjuiste bedrijfsstand.
– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,
selecteert u een hogere waarde voor "stop bijverwar-
ming" in menu 4.9.2.
– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-
teert u "addition".
• Groot warmtapwaterverbruik.
– Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U
kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit
(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.
• Te lage warmtapwaterinstelling.
– Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-
modus.
• Beperkte toegang warmtapwater met de "Smart
Control"-functie actief.
– Als het gebruik van warmtapwater beperkt is ge-
weest, zal de installatie minder warmtapwater pro-
duceren dan normaal. Herstart de installatie
• Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwa-
ter.
– Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop het
warmtapwater prioriteit moet krijgen. Let op: als de
periode voor warmtapwater wordt verhoogd, wordt
de tijd voor warmteproductie verlaagd, waardoor
lagere/ongelijke kamertemperaturen kunnen ont-
staan.
• "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
– Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
LAGE KAMERTEMPERATUUR
• Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
– Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
maximaal. Stel de kamertemperatuur af via menu
1.1 in plaats van de thermostaten te smoren.
• SMO 40 in onjuiste bedrijfsstand.
– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,
selecteert u een hogere waarde voor "stop verwar-
ming" in menu 4.9.2.
60
Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort
– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-
teert u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert
u "addition".
• Te lage instelwaarde op de automatische verwarmings-
regeling.
– Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de ver-
schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempera-
tuur alleen laag is bij koud weer, moet de helling van
de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar boven toe
worden bijgesteld.
• Te lage of niet werkende priorisering van warmte.
– Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop de
verwarming prioriteit moet krijgen. Let op: als de
periode voor verwarming wordt verhoogd, wordt de
tijd voor warmtapwaterproductie verlaagd, waardoor
de hoeveelheid warmtapwater kleiner kan worden.
• "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
– Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de kamerverwarming.
– Controleer alle externe schakelaars.
• Lucht in het afgiftesysteem.
– Ontlucht het afgiftesysteem.
• Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem of warm-
tepomp.
– Open de kleppen.
HOGE KAMERTEMPERATUUR
• Te hoge instelwaarde op de automatische verwar-
mingsregeling.
– Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de verschui-
ving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur
alleen hoog is bij koud weer, moet de helling van de
stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar beneden toe
worden afgesteld.
• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de kamerverwarming.
– Controleer alle externe schakelaars.
LAGE SYSTEEMDRUK
• Niet genoeg water in het afgiftesysteem.
– Vul het klimaatsysteem met water en controleer op
lekkage. Neem bij herhaaldelijk bijvullen contact op
met de installateur.
NIBE SMO 40