MENU 5.2.4 - ACCESSOIRES
Hier stelt u in welke accessoires er zijn geïnstalleerd op
de installatie.
Als de boiler is aangesloten op de SMO 40, moet hier
de warmtapwaterproductie worden geactiveerd.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires
geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief
markeren in de lijst of gebruik maken van de automati-
sche functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de OK-
toets om automatische aangesloten accessoires voor
de SMO 40 te vinden.
MENU 5.3 - INSTELLINGEN ACCESSOIRE
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerd
en geactiveerd zijn, worden verricht in de daarvoor be-
doelde submenu's.
MENU 5.3.2 - SHUNTGESTUURDE BIJVERW.
bijverwarming voorrang
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 0 – 2000 GM
Standaardwaarde: 400 GM
minimale looptijd
Instelbereik: 0 – 48 u
Standaardwaarde: 12 u
min. temp.
Instelbereik: 5 – 90 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 –10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Stel hier de minimale looptijd en de minimale tempera-
tuur in voor het starten van de externe bijverwarming
met shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookte
ketel.
U kunt de versterking van de shuntklep en de wachttijd
van de shuntklep instellen.
NIBE SMO 40
Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmte
van de externe bijverwarming gebruikt in plaats van die
van de warmtepomp. De shuntklep wordt net zo lang
geregeld als er warmte beschikbaar is, anders wordt de
shuntklep gesloten.
TIP
Raadpleeg de installatie-instructies voor het
accessoire voor een beschrijving van de wer-
king.
MENU 5.3.3 - EXTRA KLIMAATSYSTEEM
gebruik in verwarmingsstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: op
gebruik in koelstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Geregelde pomp GP10
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier selecteert u het klimaatsysteem (2 - 8) dat u wilt
instellen. In het volgende menu stelt u het geselecteerde
klimaatsysteem in.
Als de warmtepomp is aangesloten op meerdere afgif-
tesystemen, kan daarin condensatie optreden als zij niet
bedoeld zijn voor koeling.
Zorg er om condensatie te voorkomen voor dat "gebruik
in verwarmingsstand" is aangevinkt voor de klimaatsys-
temen die niet bedoeld zijn voor koeling. Dit betekent
dat de subshunts voor de extra klimaatsystemen sluiten
als de koeling geactiveerd is.
LET OP!
Deze instellingsoptie verschijnt alleen als de
warmtepomp is geactiveerd voor het koelen.
De shuntversterking en shuntwachttijd voor de verschil-
lende, geïnstalleerde extra klimaatsystemen worden
ook hier ingesteld.
Hoofdstuk 8 | Bediening
49