4 Fax
3. Geef de bestemming aan
Hieronder wordt aangegeven hoe een bestemming wordt ingevoerd.
Faxnummers kunnen op het apparaat op de volgende manieren worden gekozen.
OPMERKING: Controleer alle informatie om te zien of u de juiste bestemmingen heeft
opgegeven voordat een document wordt verzonden.
• Met behulp van de aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
• Met behulp van het adresboek (zie Adresboek in Handleiding voor de gebruiker).
• Met behulp van snelkiezen (zie Snelkiezen in Handleiding voor de gebruiker).
• Met behulp van directkiezen (zie Direct kiezen in Handleiding voor de gebruiker).
1.
Voer het faxnummer in via de
aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
U kunt een fax in één bewerking naar twee of
meer bestemmingen sturen. Voor meer
informatie raadpleegt u Volgende adres in
de Handleiding voor de gebruiker.
Als er een nummer of teken vóór het telefoonnummer moet worden ingevoerd, bijvoor-
beeld 9 voor een buitenlijn, moet er na dit teken een pauze worden ingevoerd. Druk op
de toets <Kiespauze> op het bedieningspaneel voordat u de rest van het faxnummer
invoert. Als u het nummer handmatig invoert, hoeft er geen kiespauze te worden
ingevoerd; wacht in plaats daarvan tot u de kiestoon hoort voordat de rest van het
nummer wordt gekozen.
64
Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Beknopte referentiehandleiding
Toets <Kiespauze>