2 Productoverzicht
PCL
• Papierlade - selecteer de gewenste papierlade.
• Papierformaat - selecteer het gewenste papierformaat.
• Handmatige invoer - selecteer het papierformaat voor lade 5 (handmatige invoer).
• Richting - selecteer de afdrukrichting [Portret] of [Landschap] voor uw afdruk.
• 2-zijdig afdrukken - geef hier op of 2-zijdig moet worden afgedrukt. Als 2-zijdig
afdrukken is ingeschakeld, selecteert u welke rand van het papier moet worden
gebruikt voor inbinden met de opties [Omslaan via lange kant] of [Omslaan via
korte kant].
• Font - geef het gebruikte font op.
• Symbolenset - geeft hier de fontsymbolen op.
• Fontgrootte - geef hier de grootte van het font op. U kunt een waarde van 4,00 t/m
50,00 opgeven, in stappen van 0,25.
• Fontspatiëring – geeft hier de tussenruimte tussen tekens op. U kunt een waarde
van 6,00 t/m 24,00 opgeven, in stappen van 0,01.
• Regels per pagina - geef hier het aantal regels per formulier (pagina) op. U kunt een
waarde van 5 t/m 128 opgeven, in stappen van 1.
• Aantal – geef het aantal af te drukken exemplaren op van 1 - 999.
• Beeldverbetering - geef hier op of beeldverbetering moet worden uitgevoerd.
Beeldverbetering is een functie waarmee de grenslijnen tussen zwart en wit worden
verzwakt, zodat het beeld er natuurlijker en beter uitziet.
• HexDump - geef hier op of ASCII-gegevens die van een pc worden gestuurd,
afgedrukt moeten worden in de overeenkomstige hexadecimale notatie om de
gegevensinhoud te controleren.
• Mode Concept - geef hier op of de afdruk als concept moet worden afgedrukt.
• Regeleinde - selecteer het regeleinde uit de instellingen [Uit], [LF toevoegen]
(regelterugloop wordt aangevuld met een nieuwe regel), [CR toevoegen] (nieuwe
regel en nieuwe pagina wordt aangevuld met een regelterugloop), of [CR-XX]
(nieuwe regel en nieuwe pagina wordt aangevuld met een regelterugloop en een
regelterugloop met een nieuwe regel).
44
Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Beknopte referentiehandleiding