3 Kopiëren
3.
Selecteer de gewenste optie.
4.
Druk op de toets <Invoeren>.
OPMERKING: De toets <Papierinvoer> op het bedieningspaneel biedt een snelle
manier voor gebruik van deze toepassing.
Auto
Selecteert automatisch een geschikte papierlade op basis van het origineelformaat en
mate van verkleinen of vergroten.
Voorinstellingen
Selecteer een papierlade uit laden 1 t/m 5, afhankelijk van welke laden beschikbaar zijn
op uw apparaat.
Als lade 5 (handmatige invoer) wordt geselecteerd, wordt het scherm [Papierformaat]
geopend. Als het papierformaat eenmaal is geselecteerd, wordt het scherm
[Papiersoort] geopend.
Scherm [Papierformaat]
Dit scherm wordt automatisch geopend als papier in lade 5 (handmatige invoer)
wordt geplaatst.
Gebruik dit scherm om een papierformaat voor lade 5 (handmatige invoer) te
selecteren. Via het scherm [Variabel formaat] kan ook een aangepast papierformaat
worden ingevoerd.
U kunt de volgorde van de schermen wijzigen tussen het scherm Serie A&B,
waaronder A4-formaat, en het scherm Inches, waaronder Letter-formaat. Voor meer
informatie raadpleegt u Algemene instellingen in het hoofdstuk Instellingen in de
Handleiding voor de gebruiker.
1.
Stel het papier in Lade 5 (handmatige
invoer) in.
2.
Druk op de <
tussen de schermen te wisselen en het
gewenste papierformaat weer te geven.
3.
Selecteer de gewenste optie.
4.
Druk op de toets <Invoeren>.
Voorinstellingen
Hiermee kan een papierformaat voor lade 5 (handmatige invoer) worden geselecteerd.
Als u een voorinstelling heeft geselecteerd, drukt u op de toets <Invoeren> om het
scherm [Papiersoort] weer te geven.
54
> of de <
>toets om
Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Beknopte referentiehandleiding