2 Productoverzicht
3.
Voer de toegangscode van getrainde
operateur in via de aantaltoetsen op het
bedieningspaneel.
OPMERKING: De standaardtoegangscode van de getrainde operateur is "11111".
4.
Selecteer [Bevestigen] met de toets <Selecteren>, of druk op de toets
<Invoeren>.
5.
Selecteer [Gemeenschappelijke
instellingen] in het scherm
[Systeeminstellingen] met de toets
<Selecteren>.
6.
Druk op de toets <Invoeren>.
7.
Selecteer [Timerinstellingen] in het
scherm [Gemeenschappelijke
instellingen] met de toets <Selecteren>.
8.
Druk op de toets <Invoeren>.
9.
Selecteer de gewenste optie.
10.
Voer de gewenste waarde in met de
aantaltoetsen.
OPMERKING: U dient misschien de huidige waarde te wissen (met de toets <C>
op het bedieningspaneel) voordat u de nieuwe waarde invoert.
11.
Druk op de toets <Invoeren>.
Modi
Met de mode-toetsen kunt u de schermen openen waarin u toepassingen kunt
selecteren, de status van opdrachten kunt bekijken en informatie kunt opvragen over
het apparaat.
Het apparaat bevat zes mode-toetsen.
• Kopiëren
• Fax
• e-mail
• Aan-/afmelden
• Opdrachtstatus
• Apparaatstatus
34
Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Beknopte referentiehandleiding