Toegepaste symbolen
Affinity Handleiding, versie 6.4
Parameteridentificatie.
Programmeerbare parameter.
Diagnoseparameter met een numerieke inhoud. De weergegeven eenheid volgt uit de
parameterbeschrijving.
Diagnose bitparameter, de inhoud is een logische 0 of 1.
Programmeerbare parameter, echter alleen via de overige menu's en niet direct via
het toetsenbord.
Parameter opgenomen in menu 0. Parameter 1.06 heeft in menu 0 het nummer 02.
Comparator. Het niveau van twee numerieke parameters worden met elkaar
vergeleken en resulteert in een logische 0 of 1.
Sommatiepunt. Twee numerieke waardes worden met verwerking van voorteken bij
elkaar opgeteld.
Logische AND-poort.
Scaling. De waarde in #9.03 wordt vermenigvuldigd met het breukgetal, gevormd door
de inhoud van #9.24 / 1.000.
Inverter. Een numerieke waarde krijgt een ander voorteken en een bitwaarde wisselt
van logisch niveau.
Begrenzing. De overdracht van #4.03 naar #4.04 wordt begrensd op het niveau dat in
#5.06 is ingevuld.
Oorsprong. In #14.02 wordt het parameternummer ingegeven waarvan de inhoud wordt
geladen in #14.19.
Bestemming. In #14.16 wordt het parameternummer ingegeven van de parameter die
geladen wordt met de inhoud van #14.01.
Pagina 75 van 179