Inhoudsopgave
Advertenties
Par.nr.
Omschrijving
14.31
PID 2 uitgang
14.33
PID 2 wenswaarde oorsprong
14.34
PID 2 meetwaarde oorsprong
14.35
PID 2 wenswaarde inverteren
14.36
PID 2 meetwaarde inverteren
14.37
PID 2 wenswaardeintegrator
14.38
PID 2 vrijgave
14.40
PID 2 P-versterking
14.41
PID 2 I-versterking
14.42
PID 2 D-versterking
14.43
PID 2 uitgang bovengrens
14.44
PID 2 uitgang ondergrens
14.45
PID 2 uitgang scaling
14.46
PID 2 uitgang bestemming
14.47
PID 2 integrator fixeren
14.48
PID 2 symmetrisch venster
14.50
PID 2 wenswaarde
14.51
PID 2 meetwaarde
14.52
PID 2 afwijking
14.53
PID 2 wenswaarde scaling
14.54
PID 2 meetwaarde scaling
14.55
PID 2 digitale wenswaarde
14.56
PID 2 digitale meetwaarde
14.58
PID uitgang 1 meetwaarde scaling
14.59
PID Mode, zie volgende pagina
14.60
PID 1 square root vrijgave
14.61
PID 2 square root vrijgave
14.62
Gecombineerde PID
square root vrijgave
Affinity Handleiding, versie 6.4
Fabr.
Type
Eenh.
progr.
RO,B
%
RW,U,R
#.
0.00
RW,U,R
#.
0.00
RW,Bit
OFF (0)
RW,Bit
OFF (0)
RW,U
Sec.
0,0
RW,Bit
0
RW,U
1,00
RW,U
0,500
RW,U
0,000
RW,U
%
100,0
RW,B
%
-100,0
RW,U
1,000
RW,U,R
par.
0.00
RW,Bit
OFF (0)
RW,Bit
OFF (0)
RO,B
%
RO,B
%
RO,B
%
RW,U
1,000
RW,U
1,000
RW,B
%
0,00
RW,B
%
0,00
RW,U
1,000
RW,U
0
RW,Bit
OFF (0)
RW,Bit
OFF (0)
RW,Bit
OFF (0)
Pagina 130 van 179
Bereik
Bijzonderheden
+/- 100
Diagnoseparameter
21.51
Voor de hand liggende oorsprong zijn
analoge ingang 1 en 2 respectievelijk
21.51
#7.01 en #7.02.
On (1)
On (1)
Het voorteken van de wenswaarde be-
paalt het voorteken van de PID-uitgang
en daarmede de draairichting.
3200,0
Voorteken van wens- en meetwaarde
moeten aan de PID-ingang gelijk zijn.
2
0 = PID 2 niet vrijgegeven
1 = PID 2 vrijgegeven
2 = PID 2 is vrijgegeven als PID 1 is
vrijgegeven
2,50
2,50
Integratietijd = 1 / #14.41
2,50
100,0
+/-100,0
Een negatieve inhoud kan afhankelijk van
de toepassing een draairichtingsomkeer
betekenen. Controleer in dit verband ook
de programmering van #1.10.
4,000
0 - 100% in #14.31 geeft automatisch
0 tot max. bereik van de geadresseerde
parameter van #14.46. Indien #14.46 naar
een frequentiewenswaarde verwijst, wordt
100% in #14.31 afgestemd op de
maximum frequentie in #1.06 (#0.02)
20.50
Waarschijnlijk een parameter in menu 1.
Indien een preset wordt gebruikt, zullen
#1.14 en #1.15 in de juiste stand gezet
moeten worden. Indien #1.36 of #1.37
wordt gebruikt, zal deze parameter eerst
van de klemmenstrook ontkoppeld moe-
ten worden door resp. #7.10 of #7.14 op
0 te programmeren (gevolgd door reset).
On (1)
De I-versterking van #14.41 wordt op nul
gezet. Bij regelingen met een grote tijd-
constante betekent dit inhoudelijk dat de
uitgang van de PID-regelaar gefixeerd
wordt op de momentele waarde.
On (1)
+/- 100,0
Diagnoseparameters.
Deze parameters zijn pas actief als
+/- 100,0
#14.46 geprogrammeerd is.
+/- 100,0
4,000
4,000
+/- 100,0
LET OP: inhoud wordt niet opgeslagen bij
uitschakelen van de voedingsspanning
+/- 100,0
4,000
0-7
Enkele wenswaarde, enkele meetwaarde:
0 = PID 1
1 = PID 2
Enkele wenswaarde, dubbele
meetwaarde:
2 = PID 1+PID 2
3 = Laagste PID
4 = Hoogste PID
5 = (PID 1+2)/2
Dubbele wenswaarde, dubbele
meetwaarde:
6 = Laagste fout (error)
7 = Hoogste fout (error)
On (1)
On (1)
On (1)
Advertenties
Inhoudsopgave
