Remweerstand
Wanneer een remweerstand toepassen?
Tijdens de deceleratie van een draaistroommotor en zijn last, wordt een gedeelte van de opgeslagen kinetische energie
door de motor omgezet naar elektrische energie en teruggevoerd naar de regelaar. Indien een grote massatraagheid in
korte tijd gedecelereerd wordt, is de geleverde energie te veel om door de tussenkringcondensatoren geabsorbeerd te
worden. Hierbij zal het voltage in de tussenkring toenemen en dit kan resulteren in een OU trip. Deze energie kan
gedissipeerd worden in remweerstanden, die aangestuurd worden door een remcircuit. Dit circuit meet de tussenkring-
spanning om vast te stellen wanneer de remweerstanden in werking moeten treden.
Bepaling van het vermogen van de remweerstand
Het vermogen van de remweerstand wordt berekend aan de hand van de energie die geabsorbeerd moet worden, de
verhouding waarin de energie teruggeleverd wordt en de tijd tussen de remacties.
Kinetische energie van de motor en de aangedreven machine is:
Q = 0,5 * J * ω ²
Bij een roterend object.
Q = 0,5 * m * V ² Bij een lineair bewegend object.
Q = energie in Joules
Ω = radialen per seconde (2.pi.n)
n = motorsnelheid in rpm
V = snelheid in m/sec
J
= totale massatraagheid (kgm²) van de motor en aangedreven machine. Indien tussen de motor en de machine een
reductiekast is toegepast, is J de waarde gemeten aan de motoras.
m = massa van het object in kg.
Uit het bovenstaande blijkt dat de energie proportioneel is met het kwadraat van de (hoek)snelheid en dat de meeste energie
zich concentreert bij hogere snelheden.
Aangezien er heel veel variabelen zijn die het vermogen van de remweerstand bepalen, is het nagenoeg onmogelijk hiervoor
een eenheidsberekening af te geven. Neem indien noodzakelijk contact op met uw leverancier.
Constructie van de remweerstand
Weerstanden die bedoeld zijn voor remdoeleinden dienen een thermische schokbelasting aan te kunnen. Speciaal daarvoor
ontworpen weerstanden worden aanbevolen. Indien een weerstand overbelast wordt, kan door de hitte van de weerstand
een brandgevaarlijke situatie ontstaan. Het is daarom ook te adviseren een remweerstand uit te rusten met een
temperatuurschakelaar die bij het aanspreken bij voorkeur de voedende magneetschakelaar van de Affinity afschakelt.
Waarde van de weerstand
De weerstandswaarde in Ohms is bepalend voor het remkoppel dat de motor kan bewerkstelligen. Deze waarde is voor elk
type Affinity verschillend. Raadpleeg voor de juiste weerstandswaarde de specificaties van de afzonderlijke Affinity
bouwgrootten voorin dit handboek. De optimale weerstandswaarde is de waarde waarbij respectievelijk 150 en 110%
remkoppel behaald kan worden door de motor. De minimale weerstandswaarde wordt bepaald door de remtransistor in de
Affinity, een te kleine weerstandswaarde zal resulteren in een OI.br trip. Het heeft de voorkeur te streven naar de optimale
weerstandswaarde om koppelfluctuaties tijdens het remmen te voorkomen.
Programmering van de Affinity
Bij toepassing van een remweerstand moet parameter #2.04 op FASt geprogrammeerd worden.
Affinity Handleiding, versie 6.4
Pagina 30 van 179