HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Stabiliteitsprogramma ESP
met onderstuurcontrole en
tractiecontrole ASR
Elektronisch stabiliteitsprogramma: ESP
Dit systeem helpt u de controle over de auto
te behouden in kritieke rijsituaties (uitwijken
voor een obstakel, verlies van grip op de
weg in een bocht enz.).
De werking van het systeem
Een opname-element in het stuurwiel regis-
treert de richting waarin de bestuurder de
auto wil laten rijden.
Andere opname-elementen in de auto regi-
streren de werkelijke verplaatsingsrichting.
Het systeem vergelijkt de door de bestuur-
der gekozen richting met de werkelijke ver-
plaatsingsrichting van de auto en corrigeert
deze laatste door, indien nodig, de remmen
van sommige wielen te laten werken en/of
het motorvermogen aan te passen,in geval
van activeren van het systeem, knippert het
ù
controlelampje
op het instrumenten-
paneel.
2.10
Onderstuurcontrole
Dit verbetert de werking van het ESP bij
sterk onderstuur van de auto (als de voor-
wielen hun grip verliezen).
Tractiecontrole ASR
Dit systeem helpt het slippen van de aan-
gedreven wielen te beperken en de auto bij
het wegrijden, accelereren of decelereren te
controleren.
De werking van het systeem
Met behulp van opname-elementen bij
de wielen, meet en vergelijkt het systeem
constant de snelheid van de aangedreven
wielen en remt het deze af als ze doorslip-
pen. Als een wiel neigt naar doorslippen,
zorgt het systeem voor het afremmen van
het betreffende wiel, totdat de snelheid van
het wiel overeenkomt met de grip op de weg.
(2/4)
Bij een storing
Als het systeem een storing signaleert, ver-
schijnt de boodschap "Controleer ESP op
het instrumentenpaneel, in combinatie met
het oplichten van het lampje
geval zijn het ESP en de ASR uitgeschakeld.
Raadpleeg een merkdealer.
©
. In dit