RUITENWISSERBLADEN
1
A
2
3
Vervangen van de
ruitenwisserbladen 1
Met contact aan, motor uit, duwt u de
schakelaar van de ruitenwisser helemaal
naar beneden: zij stoppen in een stand
waarbij de motorkap vrij is.
Til de ruitenwisserarmen 3 op, trek aan het
lipje 2 (beweging A) en duw het blad naar
boven.
Bij het monteren
Schuif het blad op de arm tot het vastklemt.
Controleer of het blad goed is vergrendeld.
Zet de schakelaar van de ruitenwisser in
ruststand.
Let op de staat van de ruitenwisserbla-
den. Hun levensduur hangt van u af:
– reinig de bladen en de voorruit regel-
matig met water en zeep;
– gebruik ze niet op een droge voorruit;
– maak ze los van de voorruit als ze
lange tijd niet zijn gebruikt.
– Controleer als het vriest,
voordat u wegrijdt, of de ruiten-
wisserbladen niet aan de ruit
zijn vastgevroren. De wisser-
motor kan hierdoor te warm worden.
– Controleer regelmatig de wisserbla-
den.
Zodra hun werking afneemt, moet u
ze vervangen, ongeveer elk jaar.
Bij het vervangen van het blad, let bij het
verwijderen van het blad op, dat u hem
niet op de ruit laat vallen: u zou de ruit
kunnen breken.
5.27