MENU VOOR HET PERSONALISEREN VAN DE INSTELLINGEN VAN DE AUTO
1
Als de auto uitgerust is met deze in de
boordcomputer 1 ingebouwde functie, dan
zorgt deze voor het inschakelen/uitschake-
len en de afstelling van sommige functies
van de auto
Toegang tot het menu voor
het personaliseren van de
instellingen
Druk, bij stilstaande auto, een aantal keren
op de knoppen 2 of 3 tot de boodschap
"Menu instellingen: ingedrukt houden" op
het display 1 wordt weergegeven. Druk
langer dan 2 seconden op een van de knop-
pen 2 of 3 om naar het menu te gaan.
1.68
Selectie van de instellingen
Druk op een van de knoppen 2 of 3 voor het
selecteren van de te wijzigen functie:
a) Auto. portiervergr. tijdens het rijden ;
b) Automatische verlichting overdag ;
c) Parkeerhulp achter ;
d) Parkeerhulp: volume ;
e) TAAL.
=
functie ingeschakeld
<
functie uitgeschakeld
Als de regel is geselecteerd, houdt u een
van de knoppen 2 of 3 ingedrukt om de
functie te wijzigen: Als u een van de keuzes
"Parkeerhulp: volume" of "TAALl" selecteert,
2
krijgt u opnieuw een selectie (geluidsvo-
lume van de parkeerhulp of taal van het in-
strumentenpaneel). Bepaal in dat geval uw
keuze en bevestig deze door één van de
knoppen 2 of 3 ingedrukt te houden, de ge-
selecteerde waarde wordt weergegeven met
~
een
voor de regel.
Om het menu te verlaten, selecteert u
3
"VERLATEN" of "TERUG" en bevestigt u dit
door een van de knoppen 2 of 3 ingedrukt
te houden. Het kan nodig zijn dit een aantal
keren te herhalen.
Het menu voor het personaliseren van
de instellingen van de auto kan niet ge-
bruikt worden tijdens het rijden. Het dis-
play gaat automatisch over op de boord-
computer.