WAARSCHUWINGSLAMPJES
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND, HET UITRUSTINGSNIVEAU EN EVENTUELE
OPTIES VAN DE AUTO.
A
Waarschuwingslampje stop on-
®
middellijk
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact en gaat uit zodra de motor is gestart.
Het gaat tegelijk met andere waarschu-
wingslampjes en/of boodschap(pen) bran-
den en gaat vergezeld van een geluidssig-
naal.
Het dwingt u, voor uw veiligheid, direct te
stoppen zonder het verkeer in gevaar te
brengen. Stop de motor en start deze niet
opnieuw.
Roep de hulp in van een merkdealer.
(2/3)
D
Waarschuwingslampje storing
remsysteem
Als het tijdens het remmen gaat branden
met het waarschuwingslampje
er een geluidssignaal klinkt, dan wijst het op
een daling van de hoeveelheid remvloeistof
of een storing aan het remsysteem. Stop en
roep de hulp in van een merkdealer.
Ú
Waarschuwingslampje laad-
stroom 12 volt
Als het tijdens het rijden gaat branden met
het waarschuwingslampje
geluidssignaal klinkt, betekent dit dat het
elektrische circuit onvoldoende of te veel ge-
laden wordt.
Waarschuwingslampje
©
Dit gaat branden bij het aanzetten
van het contact en gaat uit zodra de motor is
gestart. Het kan tegelijk gaan branden met
andere waarschuwingslampjes en/of bood-
schappen op het instrumentenpaneel.
Het is nodig voorzichtig direct naar een
merkdealer te rijden. Als u dit voorschrift ne-
geert, loopt u het risico dat uw auto bescha-
digd wordt.
ß
Bij het starten van de motor licht het op het
®
centrale display op en als de auto ongeveer
en
20 km/u rijdt en de autogordel van de be-
stuurder niet is vastgemaakt, gaat het knip-
peren en klinkt er een geluidssignaal gedu-
rende ongeveer twee minuten.
Î Ï
snelheidsbegrenzer
®
en een
R a a d p l e e g
"Snelheidsregelaar/-begrenzer" in hoofd-
stuk 2.
Het gaat branden zodra het laadsnoer op de
auto is aangesloten.
Waarschuwingslampje vergeten
autogordels voor
Controlelampjes van de
snelheidsregelaar
d e
p a r a g r a f e n
Waarschuwingslampje koppe-
ling van laadsnoer
1.55
en