Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Laat installatie-, onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden uitsluitend
door erkende vakmensen uitvoeren.
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamhe-
den leveren grote risico's op voor de
gebruiker. De fabrikant kan hiervoor
niet verantwoordelijk worden gesteld.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– de zekering van de huisinstallatie is
uitgeschakeld.
– de hoofdschakelaar van de huisin-
stallatie is uitgeschakeld.
– de stekker van het apparaat is uit het
stopcontact getrokken. Trek daarbij
aan de stekker, niet aan de aansluit-
kabel.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoe-
ren kan een veilig gebruik van het ap-
paraat niet worden gewaarborgd (kans
op bijvoorbeeld oververhitting).
Gebruik
Pas op! De kookzones worden zeer
heet. U kunt zich eraan branden!
Zorg dat kinderen uit de buurt blij-
ven wanneer de kookplaat in ge-
bruik is. Ze kunnen zich eraan bran-
den! Kinderen kunnen ook
verbrandingen oplopen als zij pannen
van de kookplaat trekken.
8
Wanneer u de kookzones aanzet,
worden deze heet. De restwarmte-
indicator geeft aan of een kookzone
nog heet is.
Zet geen hete pannen of schalen
op of in de buurt van het display.
De restwarmte-indicatoren kunnen an-
ders beschadigd raken.
Houd de kookplaat goed in de ga-
ten wanneer u met olie of vetten
werkt. Olie en vet kunnen in brand ra-
ken. Brandgevaar!
Gebruik de kookplaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen.
Door de temperatuurontwikkeling bij de
kookzones kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de buurt van de kook-
plaat gaan branden.
Alleen voor kookplaten met
warmhoudzone:
Plaats geen hete pannen of schalen op
de sensortoetsen en de restwarmte-in-
dicator. Deze kunnen de elektronische
onderdelen onder de sensortoetsen en
de restwarmte-indicator beschadigen.
Let er met name bij het reinigen van de
kookplaat op dat de sensortoetsen
schoon blijven. Verontreinigingen en
voorwerpen op de sensortoetsen kun-
nen een functie activeren.