Let op het volgende
Zet een pan op de kookzone vóórdat u
deze inschakelt. Zo voorkomt u onno-
dig energieverbruik.
Zowel de kookzone als de pan moeten
schoon en droog zijn. U hoeft dan na
het koken minder schoon te maken.
Zorg dat er geen zand op de kera-
mische plaat ligt als u gaat koken.
Als er zand tussen een pan en een
kookzone komt, kan dit krassen veroor-
zaken.
De bodem van de pan mag geen
scherpe randen hebben.
Als u een pan met scherpe randen ver-
schuift, ontstaan er krassen op de kera-
mische plaat.
Pannen van aluminium en roestvrij-
stalen pannen met een aluminium
bodem kunnen parelmoerachtige
vlekken op de kookplaat veroorza-
ken.
Deze vlekken kunt u het beste onmid-
dellijk verwijderen met een speciaal rei-
nigingsmiddel (zie het hoofdstuk "Reini-
ging en onderhoud").
Voorkom dat op warme kookzones
suiker in vaste of vloeibare vorm te-
rechtkomt en leg er geen kunststof
voorwerpen of aluminiumfolie op.
Deze producten kunnen bij afkoeling
scheuren en barsten in de keramische
plaat veroorzaken. Komt per ongeluk
toch iets op een hete kookzone terecht,
schakel deze dan uit en verwijder de
resten onmiddellijk met een schraper
zolang de kookzone nog warm is. Let
op dat u daarbij uw handen niet
brandt.
Als de kookzone afkoelt zonder dat
deze van tevoren is gereinigd, ontstaat
onherstelbare schade aan de kerami-
sche plaat.
Bediening
19