Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Laat installatie- en onderhouds-
werkzaamheden en reparaties uit-
sluitend door erkende vakmensen uit-
voeren. Wanneer dit niet gebeurt, levert
dat risico's op voor de gebruiker; de fa-
brikant kan hiervoor niet verantwoorde-
lijk worden gesteld.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– de zekering van de huisinstallatie is
uitgeschakeld.
– de hoofdschakelaar van de huisin-
stallatie is uitgeschakeld.
– de stekker van het apparaat is uit het
stopcontact getrokken. Trek daarbij
aan de stekker, niet aan de aansluit-
kabel.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoe-
ren kan een veilig gebruik van het ap-
paraat niet worden gewaarborgd (bijv.
beveiliging tegen oververhitting).
6
Gebruik
Pas op! Verbrandingsgevaar! De
kookzones worden zeer heet!
Zorg ervoor dat kinderen van de
kookplaat afblijven als deze in wer-
king is. De kookzones worden zeer
heet als ze aan staan. Kinderen kunnen
eveneens verbrandingen oplopen als
ze pannen van de kookplaat trekken.
Waneer u de kookplaat aanzet,
wordt deze heet. De restwarmte-in-
dicator geeft aan of een kookzone nog
heet is.
Houd de kookplaat goed in de ga-
ten als u met olie of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken.
Brandgevaar!
Gebruik de kookplaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling bij de
kookzones kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de buurt van de kook-
plaat gaan branden.