. . . de inhoud van de pan slecht of
helemaal niet begint te koken?
Controleer
of u een pan gebruikt waarvan de bo-
dem de warmte vasthoudt;
De warmte wordt vertraagd doorgege-
ven van de bodem naar de inhoud
van de pan.
of u in een pan kookt die te groot is
voor de kookzone of dat de kookzo-
nevergroting niet is ingeschakeld.
In beide gevallen moet er een hogere
stand worden ingesteld. U kunt het ge-
recht ook op stand 12 aan de kook
brengen en vervolgens op een lagere
stand laten doorkoken.
. . . het controlelampje in het display
van de kookplaat knippert?
De panherkenning wordt niet ingescha-
keld.
Controleer
of u een pan gebruikt die niet van
metaal of van metaalachtig materiaal
is vervaardigd.
Schakel de panherkenning uit.
of de periode tussen het inschakelen
van de kookzone en het opzetten
van de pan erg lang is.
De kookzone kan pas weer worden
ingeschakeld als de schakelaar
eerst op "0" wordt teruggedraaid.
Nuttige tips
19