2
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Instructies voor de ouders
Lees voor gebruik eerst de gebruikshandleiding en veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door.
Vertel uw kinderen over de inhoud ervan en de gevaren die het gebruik van de telefoon met zich
meebrengt.
Let bij het gebruik van de telefoon
op de wettelijke voorschriften en lo-
kale beperkingen. Die kunnen bijv.
van toepassing zijn in vliegtuigen,
bij benzinestations, in ziekenhuizen
of tijdens het autorijden.
De werking van medische appara-
tuur zoals hoortoestellen of pace-
makers kan worden gestoord. Houd
ten minste een afstand van 20 cm
tussen de telefoon en pacemaker
aan. Houd het toestel tijdens een
gesprek aan het oor dat het verste
van de pacemaker is verwijderd.
Neem voor meer informatie contact
op met uw arts.
Tonen, muziek en bij handsfree bel-
len wordt het geluid via de luidspre-
ker weergegeven. Houd de telefoon
niet tegen het oor wanneer hij over-
gaat of wanneer u de handsfree
functie heeft ingeschakeld. Hier-
door kan ernstige en blijvende
gehoorbeschadiging ontstaan.
Gebruik uitsluitend originele batte-
rijen (100% kwikvrij) en opladers.
Anders kan aanzienlijke materiële
schade of gevaar voor de gezond-
heid niet worden uitgesloten. Er
kan bijv. een batterij exploderen.
Kleine delen, zoals SIM-kaart, slui-
tingen, objectiefring en/of objec-
tiefdeksel alsook de Micro SD-kaart
kunnen door kleine kinderen wor-
den verwijderd en ingeslikt. Daar-
om moet de telefoon buiten bereik
van kleine kinderen worden
bewaard.
Plaats het toestel niet in de buurt
van elektromagnetische gegevens-
dragers zoals creditcards en disket-
tes. De informatie op deze
gegevensdragers is opgeslagen kan
hierdoor verloren gaan.
Er kan blijvend gehoorverlies optre-
den als u een oor- of hoofdtelefoon
gebruikt die te hard staat. U kunt in
de loop der tijd wennen aan een ho-
ger volume, dat dan normaal klinkt
maar wel schadelijk kan zijn voor
uw gehoor. Stel het volume in op
een veilig niveau. Als uw oren tui-
ten, verlaagt u dan het volume of
gebruik het systeem niet meer.
De op de netadapter aangegeven
voedingsspanning (V) mag niet
worden overschreden. Indien hier-
mee geen rekening wordt gehou-
den, kan de oplader worden
beschadigd.
De voeding moet in een makkelijk
toegankelijk stopcontact worden
gestoken bij het laden van de batte-
rij. De enige manier om de lader
uit te schakelen na het laden van
de batterij, is door deze uit het
stopcontact te halen.