Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding
16.4 Outputs
De 520U-pompen zijn voorzien van vier digitale statusoutputs. Zie 12 De pomp voor
het eerst inschakelen voor standaardinstellingen bij de eerste opstart. Alle vijf
parameters kunnen voor elke output, of meer dan één output, worden geconfig-
ureerd.
De parameters zijn:
Run/stop
Geeft een statusoutput om aan te geven of de pompkop in bedrijf is of gestopt
is. Als het toerental 0tpm is, geeft de run / stop-output aan dat de pomp in
bedrijf is.
Direction
Geeft een statusoutput om aan te geven op welke draairichting de pomp is
ingesteld.
Auto/man
Geeft een statusoutput om aan te geven of de pomp analoog of handmatig
wordt bediend.
General alarm
Geeft een alarmoutput als een willekeurige systeemfout optreedt, behalve bij:
lek gedetecteerd; analoog signaal buiten bereik; te hoog analoog signaal;
analoog geen signaal.
Leak detected
Bij gebruik in combinatie met een lekdetector geeft deze output een alarm, als
de pomp na een slangbreuk automatisch werd uitgeschakeld.
Output 1 en output 2 zijn beschikbaar in twee formaten:
1. Van pin 10 en 11, onderste D-connector, als 5V TTL-signalen.
2. Van pin 10 en 11, bovenste D-connector, als "open collector"-logische outputs.
Output 3 en output 4 geven "open collector" logische outputs van pin 13 resp. 12,
bovenste D-connector.
Een voedingsspanning van de pomp (5V, 10V, 12V) of door de gebruiker geleverd tot
maximaal 30V naar pin 22, bovenste D-connector, geeft het spanningsniveau voor
deze logische statusoutputs.
36