Opmerking: Voor meer informatie raadpleegt u het handboek van het besturings-
PCI-adapters configureren
Naast de bij de adapter geleverde documentatie kunt u ook de volgende informatie
raadplegen voor vragen over de configuratie van de adapter.
PCI-adapters hoeven over het algemeen niet door de gebruiker te worden
geconfigureerd. De computer en het besturingssysteem beheren automatisch de
resources die voor elk apparaat in de computer vereist zijn en wijzen resources toe
aan apparaten. Dit gebeurt zodanig dat systeemconflicten zoveel mogelijk worden
voorkomen.
Opstartapparaten configureren
Bij het opstarten zoekt de computer naar een besturingssysteem. De opstartvolgorde
is de volgorde waarin op apparaten wordt gezocht naar een besturingssysteem. Als
u nieuwe apparaten hebt geïnstalleerd, wilt u de opstartvolgorde wellicht wijzigen.
U kunt opstartapparaten configureren met het programma BIOS Setup. Meer infor-
matie vindt u in Access IBM.
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen)
In dit gedeelte leest u wat u moet doen als u uw wachtwoord vergeten bent. Voor
meer informatie over vergeten wachtwoorden, zie Access IBM.
Een vergeten wachtwoord wissen:
32
Handboek voor de gebruiker
v Als er bij geen enkel pictogram een X of een omcirkeld uitroepteken staat,
werken alle apparaten correct.
v Een pictogram met een X betekent dat het apparaat uitgeschakeld is. Een
pictogram met een omcirkeld uitroepteken geeft een resourceconflict aan. Bij
een pictogram met een X of een omcirkeld uitroepteken kunt u op Eigen-
schappen klikken voor meer informatie over de oorzaak van het probleem.
v Als het apparaat niet in de lijst staat, is het mogelijk niet correct geïnstal-
leerd. Controleer of de optie is geïnstalleerd zoals in de instructies aangege-
ven, of alle kabel goed zijn aangesloten en of eventuele jumpers of schake-
laars correct zijn ingesteld.
v Als een apparaat in de lijst onder Overige apparaten staat, ontbreekt er een
stuurprogramma, is het stuurprogramma verkeerd geïnstalleerd of is het
besturingssysteem niet opnieuw gestart nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd. Start de computer opnieuw op en controleer het apparaat. Als
het apparaat nog steeds onder Overige apparaten staat, raadpleegt u de
documentatie die bij de optie is geleverd en installeert u het stuurprogramma
opnieuw.
systeem.
1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2. Ontkoppel het netsnoer.
3. Verwijder de kap. Zie "De kap verwijderen" op pagina 15.
4. Zoek de CMOS-jumper op op de systeemplaatlabel aan de binnenkant van de
computer.
5. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de positie
voor onderhoud of configuratie (pennetje 2 en 3).