Hoofdstuk 4. De configuratie van de computer bijwerken
Dit hoofdstuk bevat informatie over het bijwerken van configuratie-instellingen,
het installeren van stuurprogramma's (indien nodig voor een nieuwe optie) en het
wissen van een vergeten wachtwoord. Meer informatie over het gebruik van het
programma BIOS Setup vindt u in Access IBM.
Na het installeren van opties moeten de configuratie-instellingen worden bijge-
werkt. In de meeste gevallen wordt de configuratie automatisch bijgewerkt.
In sommige gevallen verschijnt er, als u de computer opstart nadat u een optie
hebt geïnstalleerd, een fout (zie het voorbeeld hieronder).
Als dit bericht verschijnt, selecteert u Doorgaan en drukt u op Enter. Het pro-
gramma BIOS Setup wordt automatisch gestart. In het hoofdmenu van dat pro-
gramma doet u het volgende:
1. Kies Afsluiten en druk op Enter.
2. Kies Afsluiten en de wijzigingen opslaan en druk op Enter.
De computer wordt opnieuw opgestart.
Meestal wordt een nieuwe optie automatisch door Windows gedetecteerd en wor-
den de configuratiegegevens automatisch bijgewerkt. Windows vraagt, indien
nodig, om de stuurprogramma's. Raadpleeg altijd eerst de instructies in de docu-
mentatie die bij de optie is geleverd en begin pas daarna met het installeren van
stuurprogramma's. Niet alle stuurprogramma's worden op dezelfde wijze geïnstal-
leerd. Voor sommige opties moet u ook andere software installeren.
Controleren of een optie correct is geïnstalleerd
Doe het volgende om te controleren of een nieuwe adapter of een station correct is
geïnstalleerd:
1. Klik op het bureaublad van Windows met de rechter muisknop op Deze com-
2. Klik in het venster Systeem op de tab Apparaatbeheer.
3. Klik op Apparaten weergeven op type.
4. Klik op het plusteken naast het gewenste apparaattype om de lijst uit te brei-
© Copyright IBM Corp. 2000
POST Opstartfout(en)
Bij het starten van het systeem heeft de computer
de volgende fout(en) ontdekt.
162 Configuratie is gewijzigd
Kies een van de volgende handelingen:
Doorgaan
Configuratieprogramma afsluiten
puter en klik daarna op Eigenschappen.
Opmerking: Als u met Windows 2000 werkt, klik in het venster Systeem eerst
op de tab Hardware; klik dan op de tab Apparaatbeheer.
den.
31