v De meeste stations worden met vier-aderige voedingskabels aangesloten op de
voeding. Aan de uiteinden van deze kabels bevinden zich kunststof stekkers die
geschikt zijn voor de aansluitingen van de verschillende stations. Deze stekkers
variëren in grootte. Verder kunnen sommige voedingskabels ook worden aange-
sloten op de systeemplaat.
v Platte signaalkabels (lintkabels) verbinden IDE- en diskettestations met de systeem-
plaat. Bij de computer worden lintkabels in twee maten geleverd:
– Het bredere type signaalkabel heeft twee of drie stekkers.
- Als de kabel drie stekkers heeft, is één daarvan aangesloten op het station,
is de tweede een reservestekker en is de derde aangesloten op de primaire
of secundaire IDE-aansluiting op de systeemplaat.
- Als de kabel twee stekkers heeft, is de ene aangesloten op het vaste-
schijfstation en de andere op de primaire of secundaire IDE-aansluiting op
de systeemplaat.
Opmerking: Als u een ander apparaat wilt installeren in een computer die
niet is geleverd met een CD-ROM- of DVD-station, kunt u
alleen een extra apparaat aansluiten als u een signaalkabel
met drie stekkers aanschaft. U hebt een 80-pens ATA 100-
signaalkabel nodig als u de huidige signaalkabel wilt vervan-
gen of een tweede vaste schijf wilt installeren. ATA 100-
signaalkabels hebben een kleurcodering. De blauwe stekker
sluit u aan op de systeemplaat, de zwarte stekker op het
primaire apparaat (master) en de grijze middelste stekker op
het secundaire apparaat (slave).
Als de computer is geleverd met een CD-ROM- of DVD-
station, bevat deze een ATA 100-signaalkabel. Als u een vaste
schijf installeert, zult u het CD-ROM- of DVD-station echter
moeten instellen als secundair apparaat (dit gebeurt met een
schakelaar of jumper) en in plaats van de zwarte, de grijze
(middelste) stekker moeten gebruiken om het station aan te
sluiten.
– De smallere signaalkabel heeft twee stekkers voor het aansluiten van het
diskettestation op de diskettestationaansluiting op de systeemplaat.
Opmerking: De locatie van de aansluitingen op de systeemplaat vindt u in
"Onderdelen op de systeemplaat systeemplaat" op pagina 16.
De volgende punten zijn van groot belang bij het aansluiten van voedings- en
signaalkabels op interne stations:
v Bij stations die vooraf in de computer zijn geïnstalleerd, zijn de voedings- en
signaalkabels altijd al aangesloten. Als u besluit om een station te vervangen,
moet u altijd goed onthouden welke kabel bij welk station hoort.
v Als u een station installeert, let er dan goed op dat de stekker aan het uiteinde
van de signaalkabel is aangesloten op een station. De stekker aan het begin van
de kabel moet u altijd aansluiten op de systeemplaat. Dit vermindert de elektro-
nische ruis in de computer.
v Als u twee IDE-apparaten aansluit op dezelfde kabel, moet één daarvan zijn
aangewezen als het primaire apparaat en één als het secundaire apparaat. Als u
dat niet doet, is het mogelijk dat het systeem sommige IDE-apparaten niet her-
kent. Of een apparaat het primaire of secundaire apparaat is, wordt bepaald
door de instelling van een schakelaar of jumper op het IDE-apparaat.
Hoofdstuk 3. Interne opties installeren
23